H1: De wedstrijd

6 2 0
                                    

Marinda, heden

"Mam, ik ben thuis!" Ik doe de deur achter me dicht en laat m'n tas op de grond vallen. Vanuit de keuken klinkt gerammel van kopjes, begeleid door het zachte geneurie van mijn moeder. Ik loop de keuken in en begroet mijn moeder nog een keer. "Oh, hi Mer, ik had je niet hoen binnenkomen. Ik was in gedachten verzonken," verontschuldigt ze zich. Ik geef haar een snelle kus op de wang. "Geeft niks hoor, mam. Ben je thee aan het zetten?" Als antwoord begint de waterkoker te borrelen. Mijn moeder zet de kopjes die ze zojuist uit de kast heeft gehaald op de keuken tafel. "Wil jij de koekjes even pakken?," vraagt ze. Ik loop naar de kast en pak de koekjes. Mmm, chocolate chip cookies, mijn favoriet! Ondertussen heeft het water gekookt. Zonder er echt bij na te denken geef ik mijn moeder de kopjes aan. Ze schenkt ze vol terwijl ze me vraagt hoe het op school was. "Oh, hetzelfde als altijd," verzucht ik. "De docenten praten aan een stuk door zonder echt iets nieuws te vertellen, de meiden zitten alleen maar te giechelen en wat de jongens allemaal doen wil ik niet eens weten. Gelukkig had ik vandaag de meeste lessen samen met Camille, dus uiteindelijk was het nog wel gezellig." De stoel kraakt een beetje als ik erop ga zitten. Voorzichtig slurp ik wat aan mijn thee om te testen hoe heet het is. Conclusie: te heet om al te drinken. Met een pijnlijk gezicht pak ik maar een koekje. "Nou, ik heb wel wat om je op te vrolijken," zegt mijn moeder. Ze schuift de krant over de tafel naar me toe. Deze ligt opengeslagen bij een artikel met de titel "Wetenschapswedstijd Meyer Universiteit". Het koekje in mijn mond proppend lees ik het hele artikel in één keer. En dan nog een keer om er zeker van te zijn dat dit er echt staat. Vervolgens kijk ik mijn moeder met grote ogen aan. Ze kijkt glimlachend terug. "De Meyer Universiteit houdt een wetenschapswedstrijd en de winnaar wint een volledige studiebeurs voor zijn of haar hele studietijd?!" Ik zit nog net niet te gillen. "Mam, ik moet meedoen aan deze wedstrijd!"

Ik droom er al jaren van om naar de Meyer Universiteit te gaan, waar de grootste uitvinders van deze tijd hebben gestudeerd. Al sinds mijn achtste verjaardag ben ik aan het uitvinden. Van mijn moeder kreeg ik een wetenschapsdoos, zo 'n speel scheikundesetje waarmee je zelf wat simpele en ongevaarlijke proefjes kan doen, zoals zelf onzichtbare inkt maken. Wekenlang ben ik daar non-stop mee bezig geweest. Ik vond het zo fascinerend om te zien hoe je door twee stoffen samen te voegen een hele nieuwe stof kon maken. Of hoe je met wat draadjes, plastic, batterijen en een motortje een vliegtuigpropeller in elkaar kon zetten. Ik breidde de experimenten altijd zelf uit, bouwde een volledig vliegtuigje om mijn propeller. Toen ik ouder werd, mocht ik mijn vader helpen met het repareren van auto's. Daar leerde ik met verschillende soorten gereedschap te werken. Op de middelbare school ontdekte ik dat ik het vak geschiedenis geweldig vond. Ik ging bij de geschiedenisclub, maar miste het uitvinden, dus ging ik ook bij de uitvindclub. Sindsdien droomde ik ervan om naar de Meyer Universiteit te gaan. Helaas is het niet goedkoop om daar te studeren. Mijn ouders werken hard, maar verdienen niet genoeg om me naar de Meyer Uni te laten gaan, hoe erg ze het me ook gunnen. Teleurgesteld had ik mijn dromen laten varen, maar nu kan ik ze een tweede kans geven.

Nog altijd glimlachend knikt mijn moeder. "Zo'n reactie had ik al verwacht. Heb je al enig idee wat je zou willen maken?" Fronsend kijk ik weer naar de krant. Er zullen zo veel mensen meedoen, velen van hen nog slimmer dan ik. Ik moet met iets origineels komen als ik wil winnen. "Ik heb nog geen idee, maar ik ga nu direct aan de gang." Snel drink ik mijn thee op. die is nog steeds te heet, maar ik merk het niet eens. Ik kan het niet geloven. Misschien kan ik mijn dromen toch nog waarmaken! Ik grits nog snel een koekje van de schaal en ren de trap op naar mijn kamer. Daar aangekomen realiseer ik me dat ik in mijn enthousiasme m'n tas beneden heb laten staan. Ik ren de trap dus maar weer af, pak mij tas en ren weer naar boven. Buiten adem laat ik me op mijn bureaustoel vallen. Ik haal een pen en schrift uit mijn tas. Laat het brainstormen maar beginnen.

The year 3000 (NL)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu