Hoofdstuk 2

84 6 0
                                    

Hij keek naar de spulletjes om hem heen. Zijn ogen werden door de haardwarmte al een beetje zwaar. Al die mooie herinneringen die op zijn bed lagen. Foto's en kaarten van zijn vrienden.

Hij dacht Nick. Zijn beste vriend. Zou het ooit meer worden?

Hij dacht aan hoe ze gingen vissen waarbij het nooit om het vissen ging of gewoon op avontuur, in de bossen of gewoon bij hun in de straat. Annet van tegenover ging ook vaak mee. Of hoe ze samen konden gamen. Een mooie tijd.

Een traan groeide in zijn ogen. De kerstverlichting kreeg hierdoor disco~effect.

Opeens zag hij iets. Hij knipperde zijn tranen weg. Er stond iets geschreven in de houten rand van het bed, daar waar de gordijnen aan hingen. Davie stond op en zakte iets weg in de zachte matras. De spulletjes op het bed vielen door elkaar.

Een blonde lok die voor zijn ogen hing, schoof hij opzij.

De rand was te hoog. Hij kon er alleen bij met zijn vinger, maar lezen kon hij het niet.

Hij sprong met een bons uit het bed. Blote voeten raakte de ijskoude vloer. Davie zocht de grootste doos. Hij zette het op de plek onder de geschreven tekst.

Als een acrobaat balanceerde hij op de verhuisdoos. Het zakte iets in. Iets knapte in de doos, al wist hij niet wat, en het maakte hem ook niet uit.

Hij stond met zijn blonde haren tussen de kerstlampjes en nog moest hij omhoog kijken wat er stond geschreven. Pas nu zag hij dat het niet was geschreven maar iemand had met een scherp voorwerp een zin gekrast. 'ER IS MAAR 1 PLEK' , las hij.

De doos wankelde. Zijn ene voet zakte door de deksel. Davie zwaaide wild met zijn armen toen hij achterover op het bed viel. Hij trok zijn voet uit de doos en bleef zo liggen.

Hij snapte de tekst niet. Er is maar 1 plek. Wie had het geschreven? Dacht hij en wat werd ermee bedoeld? Zijn ogen prikten door de warmte van het knapperend haardvuur. het maakte hem loom. Zijn ogen werden kleiner, tot hij ze niet langer open kon houden.

Davie vernam dat hij tegen de slaap aanleunde. Het leek alsof hij zo de droomwereld in stapte.

Davie schrok wakker. Hij hoorde zijn slaapkamerdeur krakend opengaan. Voetstappen kwamen dichterbij. Iemand stond bij het gordijn van de hemelbed. Een hand stak door een kier van de gordijnen en toen met een zwaai zag hij het slaperige gezicht van zijn moeder.

'Davie opstaan'.

'hoe laat is het, mam?' vroeg Davie.

'nou ja, tijd om naar school te gaan natuurlijk. Het is al half acht geweest'.

Nu wist hij het weer. Hij keek om zich heen. Hij was niet meer thuis, in zijn oude slaapkamer, maar in het oude kasteel.

Vandaag was zijn afscheidsfeestje op school. Nou ja, dacht hij, feestje, dat zou het wel niet worden. Hij had een brok in zijn keel als hij eraan dacht. Hij wist wat hij zichzelf gisteren beloofd had en wilde het vandaag waar maken, de kus....

Deze dag, 18 december zou hij zich altijd blijven herinneren, had hij zichzelf beloofd. Hopelijk werd het ook een goede herinnering.

Zijn moeder was al weer naar beneden en was aan de geluiden te horen al druk in de keuken.

Davie sprong uit bed. Het was enorm koud. Hij blies een wolkje uit. Terwijl hij zijn pyjama uitdeed keek hij naar buiten. Het was nog donker maar je kon toch zien dat het nog steeds sneeuwde. Gauw een schone onderbroek aan en snel een t shirt. Moeder had alles klaar gelegd. Dat deed ze anders nooit, maar nu zat nog alles in dozen.

Terug gaanWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu