Hoofdstuk 6

223 8 8
                                    

Ik werd wakker. En had het kompas nog in mijn hand. Ik dacht na hoe ik er aan kwam. En ja ik wist het weer. Ik had het gekregen van de oude vrouw. Katy en ik dachten dat het de prinses met de magische krachten was. Maar dit was niet zeker. Hoe zou ik er ooit achter komen? Ik keek naar mijn handen en wist dat ik het aan het kompas kon vragen, maar hoe zou dat ding ooit werken. En ik kon ook niet terug naar de oude vrouw, want ze zou toch niet open doen... Ik zuchte. Eigelijk te luid, want iedereen werd er wakker. Ik dacht na eigelijk zou het ook wel kunnen dat de oude vrouw de tante van de prinses.. Ik wist nu niets meer zeker. Ik zou het straks in mijn dagboek schrijven. Als niemand zou kijken. Mijn broertje kwam naar me toe. Hij ging op mijn schoot zitten, want ik had hem net wakker gemaakt. Hij vroeg ook aan me of  ik al wist wanneer onze ouders terug zouden komen, maar ik zei nee. Hierdoor was hij teleurgesteld. Ik wou hem troosten dus sloeg mijn armen om hem heen, maar hij sloeg ze weg. En hij liep weg. Hij ging naar boven, waaarschijnlijk naar zijn kamer. Om met zijn speelgoed te spelen.

Ik ging maar niet achter hem aan, want ik wist niet wat ik tegen hem moest zeggen. Dus ik vroeg of Katy haar broertje met hem wou spelen. En dat wou hij dus hij ging naar boven toe.

Eh... Abby, Ja zei ik wat is er? Het was Katy die het vroeg. Ze zei dat zij vandaag liever op onderzoek zou  gaan met het kompas. Ik vroeg waarom ze het wou, maar ze keerde haar hoofd af en ging naar boven. Ik ging ook naar boven. En zei tegen Katy dat zij wel op onderzoek mocht gaan, maar eigelijk vertrouwde ik haar niet helemaal. Ik weet het ik moet  haar eigelijk vertrouwen. Want we zijn toch BFF's. Maar toch ik twijfelde... Ze was blij dat ze mocht gaan. Ze zei bedankt tegen mij.

Ze liep naar de deur en deed hem open. Ze zei nog voor het laatst bedankt tegen mij, maar ik wist niet of ze het wel meende. Want ik zag een rare blik in haar ogen. Ik vertrouwde het niet helemaal. Dus zei tegen mijn broertje en het broertje en zusje van Katy dat we even weg gingen. Dat vonden ze wel leuk, want ze hadden al een tijdje niet zomaar de deur uitgeweest. Ik pakte de wagen voor het zusje van Katy en zette haar daarin. En zei tegen de 2 jongetjes dat ze de wagen moesten vast houden zodat ze niet wegzouden raken. Toen we eindelijk klaar waren gingen we weg.

Eigelijk moest ik nog wat aan de oude vrouw vragen. Dus liepen we die kant op, maar ik wist niet wat ik met de kinderen moest doen. Maar toen zag ik een klein speeltuintje. Hier zag ik de oude buurvrouw van mij zitten. Dus ik vroeg of ze even op de kinderen wou passen. Dit wou ze wel. Ik zei bedankt. En ik ging naar de oude vrouw, maar toen ik er bijna was. Hoorde ik de stem van Katy. Ik wachte af. Wat zou zij nu moeten bij de oude vrouw. Dus ik wachte nog even. Ik hoorde het hele gepsrek.

Katy vroeg aan de aan de oude vrouw die ze trouwens tante noemde.

Tante vroeg ze: ' Waarom heb je het medaillon gegeven. Haar tante zei: " Dit heb ik met de bedoeling gedaan. Zodat zei ook in het medaillon komt zoals de prinses.'  Ik schrok, waarom wouden ze mij hebben. Haar tante vertelde verder dat ik het achterkleinkind van de prinses was. En dat ik ook magische krachten had want de krachten sloegen 2 generaties over. Wouw dacht ik duuusss ik heb ook magische krachten vroeg ik me zelf. Ik hoorde dat de deur dicht ging dus ik moest maken dat ik weg kwam. Voordat Katy me zou zien. Ik had de rest van het gesprek niet gevolgd doordat ik mezelf allerlei vragen stelde. Ik rende weg bij de plek. Ik moest zo snel mogelijk naar de speeltuin. Ik was er net. En mijn oude buurvrouw ging weg.

Ze was net weg toen Katy kwam ze vroeg waarom ik hier was. En zei tegen haar dat mijn broertje zich zat te vervelen. Dus had ik tegen ze gezegd dat we naar de speeltuin zouden gaan. Ik had natuurlijk niet gezegd dat ik haar had gehoord, want dit zou ze vanzelf zeggen tegen haar tante. En dan was ik er geweest.

Toen we naar huis gingen keek Katy mij telkens vreemd aan. Ik keek terug. Toen ze het zag keerde ze haar hoofd om wat ze vanmorgen ook al had gedaan. Toen we thuis waren vroeg ik of ze al wat had gegeten. Ze zei nee dus ik zou wat salade klaar maken. Dit vond ze erg lekker. En mijn broertje ook. Toen we klaar waren met eten begonnen de kinderen te gapen. DUs ik legde ze op bed neer. Ik ging weer naar boven. En zag dat Katy het kompas zat te onderzoeken. Ik vroeg of ze vandaag nog wat te weten was gekomen, maar ze zei nee. Dus ik vroeg aan haar wat ze allemaal gedaan had. Maar ze werd booos om deze vraag. Ze schoot helemaal uit. En zei tegen me dat ik ook niet altijd alles moest weten. En dat zei dat ook niet altijd vroeg aan mij. En dat ik niet altijd de baas moest spelen. Ik schrok hiervan. Ze ging snel naar beneden naar de kelder, want het werd schemerig. Toen ze weg was. Baarste ik in een huil bui uit. Eerst mijn ouders weg. En nu bedriegt mijn vriendin me. Ik wist niet wat ik moest doen. En wist ook niet wie ik nog kon vertrouwen. Dus ik ging maar naar de kelder toe. En propeerde wat te slapen. Ik hoopte in mezelf dat dit allemaal een droom was. En dat ik morgen zou wakker worden.

Peeps ik schrijf pas verder als ik 10 commets heb ik heb er nu 3 dus nog 7 te gaan. X Mee....

Het geheim van de stad Atlantis!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu