Proloog

40 3 4
                                    

Carter schrok wakker uit een droomloze slaap. In de verte hoorde hij de doffe klappen van metaal tegen hout. Hij bleef stokstijf liggen uit angst dat hij ontdekt zou worden. Niet veel later, nadat het geluid was gestopt, hoorde hij stemmen naar elkaar roepen vergezeld met een luid gekraak gevolgd door een keiharde knal. Blijkbaar was er een van de torenhoge bomen omgekapt. Pas toen de stemmen wegebden in de verte durfde Carter weer te bewegen. Hij begon heel langzaam overeind te komen en tuurde voorzichtig over het droge gras. Toen hij er zeker van was dat er niemand meer was, begon hij zijn kamp op te ruimen. Nou ja, het was meer hoopje spullen dan een kamp. Hij had met twee stokken en een stuk oud zeil een klein afdakje gemaakt waar hij in zijn slaapzak onder kon slapen. Daarnaast lagen de restanten van een kampvuurtje waarvan de kooltjes nog gloeiden van de hitte. Verder lagen er nog wat botjes van de haas die hij de avond ervoor had gegeten. Zijn leren rugzak met de inhoud lagen ook onder de geïmproviseerde tent: zijn bidon, een summonleer, een verfomfaaide kaart van de streek die hij in een dorpje langs de weg had gekocht en een brief met een zegel er op. Zijn boog, pijlenkoker en schede hingen aan een boom een halve meter verderop met zijn mantel er overheen gedrapeerd. Zijn boog was ongeveer anderhalve meter lang van goede kwaliteit hout. Hij was grijs van kleur. Zijn pijlenkoker zat nokvol met pijlen ook allemaal van goede kwaliteit met kaarsrechte schachten, mooie witte veren en een vlijmscherpe punt. Zijn mantel was donkerblauw bijna zwart en beschikte over een grote capuchon waarin zijn gezicht goed schuil kon gaan. Zijn schede was gemaakt van hard leer waar zijn zwaard perfect inpaste. Bij de gedachte aan zijn zwaard ging zijn blik terug naar zijn slaapzak waar hij zijn zwaard zag liggen voor als er een ongenode gast langskwam. Het was een simpel wapen van eveneens goede kwaliteit met een brede pareerstang die je handen goed beschermde. Het enige opvallende aan het zwaard was de blauwe edelsteen die in de pommel verwerkt was. Er was een demon ingegraveerd, een Manticore.

Summoner: De ErfgenaamWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu