EMILY.

4.

Ik schrik wakker van een hoop lawaai. Verschrikt open ik mijn ogen en kijk in de kamer of ik wat zie. Ineens komt Chase de kamer binnen rennen. 'Emily, kom nu mee. Je bent in gevaar.' Verschrikt kijk ik hem aan. Het valt me op dat hij enorm mooie groene ogen heeft. Chase ziet dat ik hem aankijk en bloost. 'Als ik eerlijk ben, Chase, heb je best mooie ogen.' zeg ik blozend. Het viel me al eerder op dat Chase knap is. Eerlijk gezegd zou ik Chase best als vriendje willen hebben. Hij is de boosdoener niet. Hij zorgt goed voor me. 'Oh, hm dankjewel.' zegt Chase blozend. 'Ik moet je wat vertellen.' Ik kijk hem hoopvol aan. 'Ja?' 'Nou, kijk. Tom, die andere man, heeft je aangereden en meegenomen hier naartoe. Hij weet dat je ouders rijk zijn en wil door jou te ontvoeren geld verdienen. Hij heeft 2 miljoen euro losgeld gevraagd. Alleen de politie heeft hem op het oog en nu wil Tom je vermoorden. Je moet dus daarom nu meteen met mij mee.' verteld Chase snel. 'Ik wist het wel.' roep ik. Chase pakt mijn hand en trekt me overeind. Snel kijkt hij over zijn schouder en dan begint hij te rennen. Hij trekt me mee en ik moet uitkijken dat ik niet struikel. Tom is nergens te bekennen.

Eenmaal buiten rent Chase naar een auto. Hij opent de deur voor me en loopt daarna naar de bestuurderskant toe. Als ook hij zit start hij de auto en geeft plankgas. Ondertussen kijk ik uit het raam en zie dat Tom naar buiten komt gerend. Hij springt in een donkerblauwe auto en rijdt keihard achter ons aan. Bang kijk ik Chase aan. 'Chase, ik hou van jou.' Voordat ik weet wat ik doe, heb ik het al gezegd. Ik voel dat ik moet blozen. Snel draai ik mijn hoofd om en staar uit het raam.