|hoofdstuk 4|
Van een afstandje hield ze het huis in de gaten, met haar rug leunend tegen een van de vele bomen die er aan het randje van het woud stonden. Ze nam een lange trek van haar sigaret, terwijl haar bloedrode ogen zochten naar een teken van leven in het huis wat ze bespioneerde.
Er gebeurde echter niets.
Medea nam nog een trekje van haar sigaret en sloot haar ogen terwijl ze de rook weer uitblies, zich afvragend waar het meisje uithing. Sinds de aanval had niemand haar meer gezien, maar Medea wist haast zeker dat het meisje die dag niet bezweken was aan haar verwondingen.
Het peukje van haar sigaret gooide ze op de grond, en ze wierp nog een laatste blik op het huis voor ze tussen de bomen door verdween. Ze wachtte tot ze ver genoeg was om de aandacht van 'toevallige' voorbijgangers niet te kunnen trekken, tot ze echt zeker wist dat ze helemaal alleen was, en kleedde zich toen uit. Ze kneep haar ogen dicht; hoewel het breken en vervormen van haar botten geen pijn meer deed, voelde ze zich nog altijd lichtelijk ongemakkelijk wanneer haar lichaam in de transitie van mens naar Weerwolf zat.
Het veranderen ging iets trager dan normaal; Medea was onder invloed van de bijwerkingen die een kleine dosis Wolfsbane, wat gemixt was geweest met de tabak in haar sigaret. Hoewel ze nog wel – redelijk – normaal kon nadenken, voelde ze zich toch iets zweveriger dan normaal en had ze iets meer moeite met concentreren op de taak die ze moest uitvoeren; het meisje in de gaten houden en wachten.
Wachten op het juiste moment om toe te slaan.
Ze moest en zou dit afmaken, ze moest er gewoon voor zorgen dat ze de dood van haar ouders kon wreken. Dit was allemaal de schuld geweest van haar, en Medea zou ervoor zorgen dat ze er grondig voor zou boeten.
Al had ze liever gehad dat het was afgelopen toen ze het meisje een jaar geleden eindelijk had weten toe te takelen.
Haar ogen vernauwden zich tot spleetjes, in een poging om scherper zicht te kunnen krijgen. Misschien was het niet zo'n handig idee geweest om te roken, alvorens de boel in de gaten te houden, maar het was hoognodig geweest. Ze moest iets doen om de pijn in haar hart te verdoven, al was het maar voor even.
Anders had ze zich helemaal niet kunnen concentreren, en ze moest zich voor de volle honderd procent kunnen focussen hierop als ze dit snel af wilde krijgen.
***
Het was laat in de avond toen Medea weer bij dezelfde boom stond, ertegenaan leunend terwijl ze nog een sigaret opstak - zonder Wolfsbane erin verwerkt dit keer. Ze voelde nog steeds de nasleep van de eerdere dosis wat ze had opgerookt, en haar hart klopte de hele dag al als een bezetene. Ze had meerdere malen zelfs momenten gehad waarop het zweet haar plotseling uitbrak terwijl ze het hartstikke koud had gehad, iets waar ze zelf weinig van begreep.
'Nog steeds geen teken?'
Medea nam een trek van haar sigaret, sloot haar ogen en liet de rook tussen haar lippen door ontsnappen. 'Nee. Ik hou haar al een jaar lang in de gaten, en nog geen enkele keer heb ik haar naar buiten zien komen. Volgens mij is ze er niet eens.'
'Maar,' vervolgde de stem, terwijl de voetstappen dichterbij kwamen, '- weet je zeker dat ze überhaupt nog wel in leven is?'
'Dat moet haast wel - ik heb haar lijk niet teruggevonden en ze is – voor zover ik weet - ook nergens begraven. Ze is nog in leven, en ik wil daar persoonlijk een eind aan maken,' zei Medea, terwijl ze nog een trekje nam. Vanuit haar ooghoeken keek ze naar Malachi Novratidis - haar broer, een van de weinige familieleden die ze nog over had na alles wat ze heeft meegemaakt. 'Ik kan alleen niet begrijpen hoe iemand in rook op lijkt te gaan.'
'Misschien zou het helpen als je van dat spul afblijft. . .' mompelde Malachi, terwijl hij toekeek hoe zijn zusje wederom een trekje nam van de sigaret wat ze vasthad. 'Niemand is helder wanneer men Wolfsbane inhaleert.'
'Wat probeer je nou weer te zeggen?' vroeg Medea hem verveeld – dit was niet de eerste keer dat hij liep te klagen over het feit dat ze naar de verkeerde middelen greep om zich beter te laten voelen over de manier waarop haar leven verliep. 'Er zit niets in. . .' zei ze uiteindelijk, toen Malachi haar zwijgend toekeek. 'Geen Wolfsbane, in ieder geval.'
Het interesseerde haar echter vrij weinig; ze wist dat haar leven zou veranderen als dat meisje eindelijk dood zou zijn – als ze dat al niet was. Als ze die zekerheid eindelijk zou kunnen krijgen, zou ze zich eindelijk weer kunnen focussen op het oppakken van haar leven.
Hoewel dat ook lastig zou kunnen worden, aangezien ze een Rogue is. . .
Malachi haalde zijn schouders op, en zuchtte diep. 'Ik weet het niet, Medea. . .'
'Wat weet je niet?'
'Of we hier goed aan doen.'
Medea nam nog een trekje, en blies het enkele momenten later weer uit. Ze had geen zin om dit gesprek wederom te voeren met Malachi – die, vreemd genoeg, ervan overtuigd bleek te zijn dat dit meisje niets te maken zou hebben met de dood van hun ouders. Maar zij wist wel beter, zij wist precies wie erachter zat en ze zou er alles op alles zetten om de klus te klaren.
Haar ouders en broer had ze al te pakken weten te krijgen, zij was de enige die nog over was.
Ze keek hem aan, en zag de glazige blik in zijn ogen; ze wist niet of het kwam door de emoties die hij onder controle probeerde te houden, of. . .
'We moeten weg hier.'
'Waar ga je heen?' Medea was verbaasd door de plotselinge verandering in zijn houding.
'Ik hoor dat ze hier een nieuwe Alpha hebben die zojuist zijn terugkeer heeft bekend gemaakt,' mopperde Malachi. 'Het zou een goed idee zijn om met mij mee te komen, tot we een nieuwe planning kunnen maken.'
'Ik sta hier elke dag, en ben nog niet eerder opgemerkt,' beet Medea hem toe. 'Ik ga dan ook nergens heen tot ik heb bereikt wat ik wil bereiken.'
'Medea- '
'En dan nog, hoe weet jij van de nieuwe Alpha af?'
'Ik heb mijn bronnen.'
Medea fronste, en blikte weer naar het nagenoeg lege huis, wat bijna geheel in duisternis omhuld was. Nog altijd geen teken van leven van het meisje, waarvan niemand wist of ze er überhaupt wel was. Haar hersenen begonnen op volle toeren te werken, en ze wendde zich weer tot Malachi.
'Wie?'
'Ga je nou mee of niet?' beet hij haar nu geïrriteerd toe. 'Er komt namelijk iemand aan, we hebben dus niet veel tijd om hier weg te komen zonder gepakt te worden. En ik neem aan dat je je plannen nog wel wilt kunnen uitvoeren zonder enige tegenwerking van deze roedel, toch?'
Malachi had gelijk – ze moest te weten komen of het meisje daar wel was, en wat was een betere manier om daarachter te komen dan door de bronnen van haar lieftallige broer te ondervragen? 'Vooruit,' mopperde Medea met de nodige tegenzin. 'Vooruit, ik kom met je mee. Maar- '
'Dat komt goed,' kapte Malachi haar af, en hij stak zijn hand naar zijn zusje uit. Medea negeerde het echter en nam een laatste trek van haar sigaretje, alvorens die uit te drukken op een van de boomstammen daar en het peukje op de grond te gooien.
'Dat mag ik hopen, ja.'
JE LEEST
Saving Aurelia.
WerewolfHaar leven veranderde van de ene op het andere moment compleet; nagejaagd door wilde Rogues die niets liever willen dan haar bloed zien vloeien. Waarom? Daar heeft Aurelia tot op de dag van vandaag geen antwoord op. Pogingen om erachter te komen z...