Ontvoerd 13. andrew

22 4 1
                                    

Ik ben Andrew. Ik heb superkrachten. ik kan vliegen en dingen laten vliegen of ergens anders neer zetten. Ik ben gedood door mijn neef Matt. Omdat ik mishandeld werd door mijn vader. en daar werd ik gek van. daardoor had ik mijn krachten niet meer onder controle, en verwoestte ik de stad. ik werd gespist door een pijl op een standbeeld omdat Matt ook superkrachten heeft. hij heeft me gedood. ik vergeef hem dat nooit. sinds dat ik nu een geest ben weet ik ook niet waar hij is en dat maakt mij ook niks uit. 

ik ben nu bij Simon, ik voel me veilig bij hem. hij weet van mijn krachten. hij vind het niet erg, eigenlijk vind hij het wel handig want als hij mijn hand vasthoud kan hij ook vliegen. ik moet alleen wel oppassen want als hij mij vasthoud wordt hij niet onzichtbaar dus als hij wel wil gaan vliegen moeten we opstijgen op een plek waar niemand komt. anders zien mensen hem vliegen. en als hij wat nodig heeft of als hij ziek is. hij wil niet van de bank af dan geeft ik het hem want ik kan geen dingen oppakken dus laat ik het naar hem toe vliegen.

ontvoerd Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu