Proloog

205 13 4
                                    

James Harper denkt zijn leven helemaal te hebben uitgestippeld. Hij is rijk, zit op de beste jongensschool van heel Groot-Brittannië en kan later zijn vaders goedlopende bedrijf overnemen. Met zijn twee beste vrienden geniet hij ruim van zijn rijkeluisleventje. Maar zijn leven neemt een onverwachtte wending als hij Grace ontmoet, een slim, middenklasse meisje die haar hele leven al vecht voor waar zij in gelooft. Jay maakt deel uit van alles waar zij tegen is, maar hij is vastbesloten haar hart te veroveren.

---------------------------------------

Copyright claim: Dit verhaal is losjes gebaseerd op de karakters uit The Raven Cycle van Maggie Stiefvater.

Proloog

        Het alarm op mijn mobiel ging af. Ik greep maar de iPhone op mijn nachtkastje en zette hem op sluimeren. Een zucht, ik moest naar school vandaag. Ik kon het niet maken nog een keer te spijbelen met Noah en Andrew, mijn vader zou me vermoorden. De week ervoor hadden we besloten een weekje vrij te nemen en ergens te gaan kamperen. We werden helemaal gek van het verschrikkelijke weer, een weekje Frankrijk zou ons goed doen. Toen we terugkwamen kregen we natuurlijk de wind van voren, Sherborne was geen school waar je zomaar een week niet kon komen opdagen. Gelukkig was mijn vader een van de hoofdsponsors van de school en had hij al gauw geregeld dat we mochten blijven, maar hij was woedend geweest.

Noah, Andrew en ik woonde met zijn drieën in een gigantische loft, een paar kilometer van de school verwijderd en midden in het centrum van London. Officieel was Sherborne een Boarding School maar mijn vader had wat geregeld nadat we hadden geklaagd dat de rest van de jongens ons van onze studie afleidde. Eigenlijk werden we gewoon helemaal gek van al de regels en hadden we behoefte aan wat vrijheid en privacy maar dat hoefde hij niet te weten.

Ik stapte uit bed om de jongens wakker te maken. De loft bestond uit drie kamers, twee grote slaapkamers en een gigantische woonkamer. Noah en Andrew  sliepen in de ene slaapkamer, en ik in de andere. Mijn vader had nou eenmaal de hele boel betaald.

Ik donderde de andere slaapkamer binnen. “Wakker worden jongens,” geeuwde ik. “Over een half uur moeten we weg.”

Gemompel. “We kunnen ook gewoon de hele dag op bed blijven liggen en pizza bestellen?” kreunde Noah, maar hij stapte langzaam zijn bed al uit. We wisten allemaal dat we dat niet konden maken. Noah smeet zijn kussen richting Andrews hoofd. “Wakker worden schoonheid.”

“Nog één minuutje,” kreunde Andrew.

Een half uur later zaten we in Noah ’s Cadillac. Noah liet niemand in zijn auto rijden en ik zat dus zoals altijd op de bijrijdersstoel, Andrew lag achterin nog half te slapen. “Maak me maar wakker als we er zijn.” geeuwde hij en hij sloot zijn ogen. “Noah, jij gaat vanmiddag mee naar de date met dat meisje van vrijdagavond hè? Ze neemt een vriendin mee.”

            “Jaja, komt goed,” grijnsde Noah. “Ik hoop dat ze een beetje knap is.”

Een paar minuten later parkeerde Noah de auto voor de school. Ik draaide me om en gaf Andrew een stomp tegen zijn schouder. “We zijn er Doornroosje.”

            De eerste les die dag was Engels van meneer Fitzgerald. Engels was eigenlijk het enige leuke vak op heel Sherborne. Meneer Fitzgerald was een relaxe leraar die helemaal geobsedeerd was met de Victoriaanse literatuur. Denk hierbij aan Charles Dickens, de zussen Brönte, Arthur Conan Doyle, Oscar Wilde en Edgar Allan Poe. Je hoefde een van deze schrijvers en dichters maar te laten vallen in de les en hij zou de hele les aan je kop blijven praten over zijn of haar werk.

            De meeste studenten vonden Fitzgerald doodirritant maar ik snapte zijn passie voor lezen en kon makkelijk met hem meepraten. Ik schaamde me helemaal niet voor mijn passie voor lezen en eigenlijk bestonden de meeste van de Engels lessen uit gesprekken tussen Fitzgerald en ik over een boek dat we allebei hadden gelezen. Vandaag was dit boek Great Expectations van Charles Dickens, een boek dat al wel vaker aan bod was geweest maar het was nou eenmaal mijn favoriete Dickens boek.

“Dus u had liever gehad dat Dickens zijn idee van de wraak van Miss Havisham gehanteerd had voor het eind van het boek?” vroeg ik verbaasd. “Dat zei ik niet jongeman.” Antwoordde Fitzgerald. “Ik denk alleen dat het einde wat spectaculairder was geweest.”

            “Schrijft Dickens eindelijk eens een boek met geen deprimerend einde, is hij nog niet tevreden.” lachte Quintin Johnsson, de enige jongen die zich ook nog wel eens mengde in ons gesprek.

“Dickens eindes zijn niet deprimerend Johnsson, ze zijn geloofwaardig. De meeste levens hebben geen happy-ending.” Ik wilde net protesteren toen de bel ging. “Oké jongens, morgen beginnen we met Edgar Allan Poe. Zorg dat je The Tell-Tale Heart meeneemt.”

De rest van de dag was net zo saai als altijd. Ik was opgelucht toen Psychologische Wetenschap eindelijk voorbij was en ik Noah trof bij de auto. “Andrew krijgt een lift van Richard.” zei Noah. “We kunnen dus meteen door naar Wolseley. Daar had je met die meiden afgesproken toch?”

“Yess, gassen maar.”

Jay HarperWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu