Hoofdstuk 6

21 0 0
                                    


Tegen de tijd dat we het kamp vinden met de staf van Karfor is het te laat om aan te vallen. Als ik op mijn polsband kijk schrik ik me een ongeluk. 26:17. We hebben bijna een hele dag verspild. Morgen moeten we die wapens allemaal verzamelen en het fort binnenvallen. Dit is niet goed. Ik twijfel of het gaat lukken. Skali komt naast me staan. 'Je kan best wel slapen, Somalie. Je bent hier best veilig. Ze komen nooit hun kamp uit als het niet absoluut nodig is.'

Ik schud mijn kop. 'Ik ben getraind hierin. Niet alleen heb ik als Somalie dagen zonder slaap doorgemaakt, maar als Daniël heb ik ook nachten door gespeeld. Ik kan best een nacht de wacht houden.'

Skali pakt zachtjes mijn arm beet. 'Ik weet het. Maar een ding weet jij niet over mij. Je dacht dat het moment dat ik jouw zwaard pakte ik slecht geïntroduceerd werd met Skali. Dat is niet zo. Ik ben nu Skali. Ik heb mijn wapen al. Het zwaard van Passie.'

Hij trekt zijn eigen zwaard, dat bloedrood is. De kleur van passie. Hij biedt mij het handvat aan. Ik pak het beet om te voelen hoe zijn wapen voelt. Op dat moment voel ik me compleet.

De volgende dag gaan we als gekken tekeer. We ruimen zo snel mogelijk de kampen op om onze spullen te krijgen. Als de timer bijna op 0 staat komen we aan in het kasteel van de demonenkoning. We hebben nog geen minuut over als we zijn troonzaal instappen. De demonenkoning zit lachend op zijn troon. Tijd om hem te bekijken hebben we niet, want hij wuift. Dan spot ik het. Onze timers springen net op 0:00.

We hebben verloren. De demonenkoning heeft gewonnen. Ondanks alles is het voorbij. Spontaan komt de zware koppijn op. De pijn verspreid zich over mijn lichaam, mijn zintuigen verstommend. Ik gil het uit. Bijna wens ik dat ik nooit geboren was.

Verbaasd ga ik rechtop zitten. Ik ben weer thuis. Hoe kan ik thuis zijn? Ik kijk als eerste naar mijn lichaam. Dat is wanneer de verbazing pas echt toeslaat. Ik had verwacht dat ik terug zou keren als mens. Maar ik ben nog steeds Somalie. Mijn vleugels zitten netjes opgevouwen op mijn rug. Hoe kan dit?

Verwarring volgt al snel. Zeker als ik de rest zie. Stavern leunt tegen een van de muren met zijn bovenlichaam. Een halve meter van hem vandaan ligt Karfor, met Shinali boven op hem. Skali ligt naast hun. In de buidel van Skali zit een ei. Mijn ei.

De rest was verbaasd toen Skali ineens een ei in zijn buidel had zitten. Voor mij was het ook raar. Nooit had ik gedacht dat ik een kind zou krijgen of een partner zou vinden. Het raarste was nog wel dat ik nu een vrouwtje ben, maar niet zelf het kind hoef te dragen. Het helpt wel dat Skali een buidelsalamander is.

Volgens het boek, die een extra beschrijving kreeg nadat Skali het ei kreeg, zal na het uitkomen van het ei een soort navelstreng vormen tussen Skali en ons jong, om het zo te voeden. Die navelstreng zal een jaar blijven tot het jong voor zichzelf kan vechten.

Het was wel gênant dat Skali het ei liet zien. Het was nog vochtig en mijn bloed zat er gedeeltelijk op. Karfor nam meteen een monster van mijn bloed. Ik ben benieuwd wat hij ermee moet.

Dan wordt Skali wakker. Hij kijkt recht in mijn ogen. 'Somalie? Waarom ben je nog steeds zo? Zijn we niet terugveranderd?'

Ik schud mijn kop. 'Nee, Skali mijn lieveling. We zijn er nog. We zijn in mijn huis. Is het ei nog in orde?'

Hij checkt meteen het ei. 'Het is nog warm en ik voel beweging. Het lijkt alsof we geluk hebben gehad.'

Ik omhels Skali voorzichtig. 'Of het ei het overleefd had of niet, ik hou zielsveel van jou. Niets brengt daar verandering in.'

Ik hoor dan een stem naast me. 'Allemaal wel leuk dat jullie van elkaar houden, maar kunnen jullie me helpen opstaan?'

Ik steek een klauw uit naar Shinali. Als antwoord steekt zij een vleugel uit naar mij. Daarmee trek ik haar omhoog. Dan kijkt ze naar haar mooie verenpak en naar de veren die we allemaal om onze nek hebben hangen. 'Blijkbaar is het gebleven. Ach, dat charmeren is wel erg leuk.'

De andere twee worden tegelijk wakker. Samen helpen we ze om op te staan. Ik ga zitten op de tafel waar het bordspel lag, maar nu verdwenen is. 'Goed. We hebben nu een probleem. We zijn terug hier, maar we zijn nog steeds wie we in het spel waren. Iemand van ons moet de spullen halen die we nodig hebben om het huis bruikbaarder te maken voor ons allemaal. Dat of we moeten hier weg. Wie stemt voor het eerste?'

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 22, 2019 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Het DemonenspelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu