Deathly four

Chapter 2 | The worst day

"Emelia, kun je voordat je weggaat alleen nog even alle was in de machine stoppen in de kantine?" Ik knikte naar mijn favoriete collega.

Camila en ik konden vanaf mijn eerste werkdag meteen heel goed met elkaar.

We werkte op dezelfde afdeling en daar was ik maar wat blij mee.

"Okay, dan zie ik je maandag weer!" Camila gaf me een knuffel en ik nam afscheid van haar. Ik had het weekend vrij genomen zodat Louis en ik dit weekend wat leuks samen konden doen.

Ik stopte de was in de wasmachine en pakte mijn tas uit een van de roodkleurige werkkluisjes. Eindelijk weekend. Ik zuchtte. Het was zeker een lange week geweest.

Ik stak de sleutels in de voordeur. "Ik ben thuis!"

"We hadden echt een vermoeiende patiënt deze week, ze ble..." Ik stopte in het midden van mijn zin toen ik Louis niet op zijn normale plek op de bank zag zitten. "Louis?!" Riep ik door het huis. Vreemd. Ik pakte mijn mobiele telefoon en tikte zijn nummer in. Direct hoorde ik het melodietje van zijn telefoon afspelen en vond inderdaad zijn telefoon op de salontafel.

Ik liep naar boven, checkte de slaapkamer, de badkamer en de zolder.

Nergens was Louis te bekennen.

Waar in vredesnaam zou Louis naartoe gaan zonder telefoon.

Die had hij altijd bij zich. Waarom vandaag niet?

Ach hij zal hem wel vergeten zijn.

Who am I kidding? Hij neemt hem zelfs nog mee tot aan het toilet.

"Louis?!" schreeuwde ik nog een keer.

Ik ging op de bank zitten en staarde voor me uit. Ik probeerde me te bedenken waar hij naartoe zou kunnen zijn gegaan. Naar de buren?

Nee, hij haat die oude tang wie de hele dag over de buurt roddelt.

Ik typte het telefoonnummer van Chase in, de beste vriend van Louis. Ik zette de telefoon aan mijn hoofd terwijl ik de achterdeuren opengooide en naar buiten liep.

Zodra ik de tuin inkeek liet ik van schrik de telefoon vallen.

Ik was verstijfd. Ik kon niet geloven wat ik zag.

"Hallo?! Emelia?" Hoorde ik uit de telefoon komen. Ik kon niks meer.

Ik was compleet verdoofd.

Daar lag hij. Dood.

Mijn. Vriend. Was. Vermoord.