Sporen van verdriet

121 11 8
                                    

'Links'

fluisterde de wind van zeeën in bochten.

'En dan rechtomkeer'

lachte de duivel in mijn gehemelte van daden.

Verlos me van ze, laat me vluchten.

Rek de tijd tot de horizon.

Laat de adrealine stompen, laat me duisternis vloeien.

Dwaal maar, spoken bestaan niet, in deze hell. Dans als het lachen vergaat.

De wind blaast zijn evenwicht, op mijn huid. Laat me vluchtig een blik werpen in het donker.

Breekbaar, porselein van vroeger, staalhardglas van het heden. Een muur van vloeibaar inkt.

Geluiden, van een verkeerde snaar. Laat me raden; afgrond van doden?

'Rechts'

vroeg de wind van zeeën in twijfel.

'En dan de bocht'

antwoordde de duivel, sneed de draden van dood door.

Stemmen gedempt, en licht op donker. Vlammen branden mijn huid uit de ziel.

Wanneer dichtbij zelfs ver kan zijn.

Je Zou Het Proberen ...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu