een saffier, een robijn en een smaragd

3 1 1
                                    

Vol afgrijzen keek ik naar mijn arm, de pijn glipte uit mijn handen. Het branderige gevoel verdween, maar het brandmerk bleef staan.

Ook Nylian en Elena konden geen woord uitbrengen. Mirabel was lijkbleek geworden, alsof ze elk moment kon gaan flauwvallen. Nanya bleef als enige kalm; ze schoof het spel aan de kant en nam iedereen mee naar het water.

In de avond maakte Nylian een kampvuur, bij elke beweging die hij maakte, vertrok zijn gezicht van de pijn. 
Hij had aan ons gevraagd of we wilden komen om te praten, maar daar had ik heen behoefte aan.
Zonder iets te zeggen, liep ik het bos in.

Op wat gekwetter van vogels na, was het doodstil. 
Ineens viel mijn oog op een schaduw, toen in dichterbij kwam, zag ik dat het een oude man was die zat op een boomstronk.
’Hallo Alea’. Hoorde ik de man zeggen. Zijn stem had een warme klank en hij had een licht accent.
Ik bleef als versteend staan. ’H-Hoe weet u mijn naam?’ Stamelde ik. 

De man draaide zich om, ik moest moeite doen om mijn mond niet open te laten vallen. De ogen van de man leken dichtgenaaid! ’Dit is een geschenk van Isellana.’ Zei de man, alsof hij zag dat ik naar hem keek. ’Wat bedoelt u? Heeft Isellana dit gedaan? Waarom?’ Ik moest moeite doen om niet teveel vragen te stellen.

’Ik ben een Ziener, ik zie dingen die anderen niet zien. Isellana liet me op een dag naar haar toe komen, omdat ze iets wilde weten over haar toekomst. Ik vertelde haar dat mijn magie niet zo werkte, ze besloot dat als ik haar niet hielp, ik niemand ooit nog mocht helpen. Ze liet mijn ogen dichtnaaien met een speciaal draad, zodat ik ze nooit meer zou kunnen openen.’

Ik was sprakeloos: natuurlijk wist ik dat er iets mis was met haar, maar dat ze hiertoe in staat was?!

’Hoe bent u hier gekomen?’ Vroeg ik. ’In Oscana kon ik niks doen, mensen lieten me in de steek en de elfen wilden niks van me weten. Ik kwam op dit eiland terecht, omdat ik had gehoord over de Tribus, het drietal. Het bestaat uit drie edelstenen: een saffier, een robijn en een smaragd. Elke steen heeft zijn eigen kracht. Ik had ergens gehoord dat Isellana op zoek was naar de Tribus, om ze te gebruiken tegen het volk.’

’Heeft u ze gevonden?’ De man knikte en liet me een afgebroken stuk rots zien waarin de stenen zaten. Hij was niet erg groot, de man hield hem met gemak in zijn handen. ’Er wordt gezegd dat er iemand is die deze stenen uit de rots kan halen, genaamd de Bevrijder. Hij zal in heel Oscana voor vrede zorgen.’ 

Ik schudde vol ongeloof mijn hoofd, het was allemaal moeilijk te bevatten: ik had zojuist ontdekt dat ik omringd wordt door elfen, dat er een levensgevaarlijk spel is dat wij spelen en dat de Tribut misschien wel het machtigste voorwerp in heel de wereld is!

Plotseling schoot er een gedachte door mijn hoofd: wat nou als deze man iets wist over het spel? Ik schraapte mijn keel en zei verlegen: ’w-weet u misschien iets over het Spel van Vleugels en As?

De man keek abrupt op: ’wat zeg je daar?’ Ik wist dat de man me allang had gehoord, maar herhaalde toch mijn vraag. ’Hoe kom je aan die naam?!’ De stem van de man was plotseling dwingend geworden. Het gaf me een naar gevoel in mijn buik. ’Dat spel is vervloekt! Zorg ervoor dat je daar nooit bij in de buurt komt, Alea.’ 

Ik slikte en legde zachtjes uit wat er was gebeurd. De man schudde zijn hoofd alsof hij niet meer wist wat hij moest doen. ’Ik heb uw hulp nodig, kan u mij helpen?’ Vroeg ik smekend. De man haalde diep adem: ’Het enige wat je nu nog kan doen, is ervoor zorgen dat je het spel zo snel mogelijk afmaakt. En blijf uit de buurt van de Schaduw Roepers!’ ’Zijn die echt?’ Vroeg ik vol ongeloof. Meteen besefte ik wat een domme vraag dat was. Met alles wat ik tot nu had meegemaakt, kon ik wel verwachten dat alles wat ik ooit gehoord had, echt was.

’De man keek me aan: ’heb je nog geen Schaduw Roepers gezien? Dat is goed, dan kan je je voorbereiden op hun komst. Maar wees voorzichtig, in tegenstelling tot mij weten Schaduw Roepers wel wat er in de toekomst gebeurd, dus zullen ze je altijd één stap voor zijn.’

Ik knikte, maar besefte dat hij het helemaal niet kon zien. ’Nu moet je gaan, ik wens je veel succes. Dat zal je nodig hebben. Ik geef je bij deze de Tribus.’ Zei de man terwijl hij me het stuk rots aangaf. ’Nee, dat kan ik niet aannemen.’ Zei ik terwijl ik een stap achteruit zette.Maar de man was vast besloten: ik was maar een beschermer van de Tribus, misschien vind jij de Bevrijder wel.’

Ik bedankte de man en liep terug naar het kamp. ’En Alea?’ Zei de man, ik draaide me om. ’Noem me maar Ira.’

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jul 01, 2019 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Spel van Vleugels en AsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu