Telkens opnieuw

415 11 0
                                    

Ik weet niet waar ik ben en ik voel niks . Als ik m'n arm uit steek voel ik niks, mijn benen bewegen niet en ik heb het gevoel dat er iemand achter me staat. Als ik me om wil draaien voel ik een steek in m'n hoofd en zie ik niks alleen zwart, een lege zwarte duisternis. Ik wil schreeuwen maar er komt geen geluid uit m'n mond. Ik loop rond maar ik zie nergens een deur waar ik weg kan, nergens een raam om uit te klimmen. Ik weet niet hoe laat het is of welke datum. Ik weet het uiteindelijk zeker, ik zit vast.

Als ik wakker word zit m'n zus naast me op m'n bed. Ik schud verwarrend m'n hoofd en kijk om me heen. Was het een droom? Waar is het zwart? Er was toch niks? 'Gaat alles wel goed', vraagt m'n zus bezorgd. Ik kijk haar met glazige ogen aan en knik. 'Ik ben gewoon moe', zeg ik schor. 'Mam heeft ontbijt voor je gemaakt', zegt m'n zus terwijl ze op staat en zich richting de deur draait. 'Dank je Nicki', zeg ik terwijl ik uit bed stap. Ik hoor voetstappen op de trap en Nicki is weg. Ik loop naar m'n kast en pak een simpele spijkerbroek met een shirt.

Beneden staat m'n moeder in de keuken en kijkt verrast op als ik binnen kom. 'Goede morgen lieverd', zegt ze opgewekt. Verbaasd kijk ik haar aan en mompel iets terug. 'Lekker geslapen?', Vraagt ze terwijl ze naar de koelkast loopt. 'Nee', zeg ik en loop naar de tafel. Ik pak een broodje en loop naar de gang om me jas aan te doen. 'Waar ga je heen?', vraagt m'n moeder. 'Ik ben om 7 uur teug', mompel ik en loop de deur uit

Het is nog donker en het regent. Ik zie een man op de hoek van de straat staan tegen een lantarenpaal aan leunend. Hij kijkt op en grijnst. Ik loop snel door en een paar straten verder zie ik hem weer staan. Ik word zenuwachtig en stop mijn hand in m'n zak waar ik krampachtig m'n mobiel vast pakt. Als ik langs een steegje loop voel ik een arm en word ik het steegje in getrokken. De man grijnst en houd me stevig vast. 'Dus je denkt zo makkelijk van me af te zijn', zegt de man en zijn gezicht word grauw. 'Wie bent u?', vraag ik terwijl ik probeer m'n arm los te krijgen. 'Ach meisje doe maar niet zo dom', zegt de man en kijkt boos. 'Maar ik weet het echt niet', stamel ik. De man laat me los en loopt het steegje uit. Ik kijk om en grijp naar m'n mobiel. Ik tik het nummer van m'n beste vriendin in en wacht af tot hij over gaat.

Ik stap de auto van Lisa in en geef haar een knuffel. 'Dank je wel dat je zo snel kon komen Lisa', zeg ik met een trillende stem. 'Voor m'n beste vriendin ben ik er altijd', zegt Lisa met een glimlach op haar gezicht. 'Vertel me nu eens rustig wat er gebeurd is', zegt Lisa met een rustige kalme stem. Ik vertelde hoe de man me vast greep en me aan keek. Lisa luistert aandachtig. Als ik klaar ben kijkt ze bedachtzaam en ik zie aan haar denken. 'Wat dacht je van naar de politie'?, vraagt ze bedachtzaam. 'Maar hij heeft niks gedaan', zeg ik. 'Maar wel bijna', zegt Lisa met een ernstig gezicht.

Als we Lisa's huis binnen stappen zie ik zwarte vlekken en voel ik dat m'n benen en armen het begeven. Ik zak in elkaar op de grond.

Ik wil m'n ogen open doen en m'n armen bewegen maar het gaat niet. Ik voel de grond en de muren niet en probeer m'n benen te bewegen. Het voelt alsof ik in een dikke gelei lig die me vast houd en alles wat ik probeer te doen tegen houd. Ik zit vast in het zwart. Alweer. Ik probeer me te concentreren en ik open m'n ogen. Er staat iemand voor me en ik schrik. 'Opa?', vraagt ik terwijl ik mijn arm uitsteek. Ik raak van streek. Hoe kon ik mijn opa zien? Mijn opa is dood. Als ik opsta zie ik m'n nichtje en ik begin te huilen. Waarom zie ik deze mensen? Ze bestaan niet meer, ze zijn dood.

Telkens opnieuwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu