Telkens opnieuw part 4

91 4 0
                                    

Ik word wakker op mijn bed en kijk om me heen. 'Waar ben ik?', vraag ik maar ik merk al snel dat ik tegen mezelf praat. Ik loop naar m'n spiegel en kijk naar mezelf. 3 weken geleden was alles okee. Je had ene prachtig leven. Waar is het meisje van toen? Waar is het meisje met de lach die nooit verdwijnt? Het meisje met de grappige vrienden? Ze is weg dat is alles wat ik weet. Die man die me volgt verpest alles. Ik weet niks van hem en dat ben ik zat. Ik besluit hem achterna te gaan de volgende keer dat ik hem zie.

Als ik naar school fiets zie ik de man niet op de hoek van de straat en ook niet tegenover m'n huis staan. Hij lijkt spoorloos totdat ik hem de hoek om zie slaan bij een kruispunt. Ik zet m'n fiets een versnelling hoger en fiets achter de man aan. Ik weet dat het dom is maar het moet. Ik moet weten wie hij is en wat hij van me wil. De man gaat allemaal steegjes in en ik probeer hem zo goed mogelijk bij te houden. Hij stopt en kijkt om zich heen. Ik hou m'n adem in. Hij loopt een gebouw in en ik stap van m'n fiets af.

Ik zet m'n fiets tegen het gebouw en lees wat er op het bord staat. Visfabriek van diggelen. Dit is dus de oude visfabriek? Maar wat moet hij hier? Is hij een zwerver? Dan hoor ik een gil en ik duik weg. Het is niet de man want daarvoor was de gil te hoog. Het was een meisje. Ik kijk omhoog langs het gebouw om te kijken of ik iets kan zien.

Het gegil is de afgelopen 5 minuten niet gestopt. Ik wil weten wie er binnen is. Ik wil weten waarom deze man me volgt. Ik besluit naar binnen te gaan. Ik trek een oud luik open en probeer hem zo zacht mogelijk achter me te sluiten. Ik zie een trap en sluip naar boven. Ik kom in een kamer met rijen opgestapelde dozen. In het midden van de kamer staat een tafel met een stoel. Op de stoel zit een meisje met lang blond haar, fel groene ogen en een bril. Ik probeer haar beter te bekijken maar ik voel een hand in m'n nek. Ik word naar achter getrokken en zie de man achter me staan. Ik gil van schrik en hij knijpt in m'n nek.

'Laat me los', begin ik te schreeuwen. Ik word meegesleurd naar een stoel en ik word naast het meisje gezet. Het meisje is stil en kijkt naar de grond. De man loopt weg en ik en het meisje blijven alleen achter. 'Wie bent jij?', vraag ik terwijl ik haar aan probeer te kijken. Het meisje kijkt me aan en er staan tranen in haar ogen. 'Je weet wie ik ben', zegt ze zacht. 'Nee?', zeg ik en kijk haar verbaasd aan. 'We moeten hier weg', zegt het meisje en probeert haar armen los te maken. 'Ik kan me los maken', zeg ik. 'Hoe?', vraagt het meisje en kijkt me aan. 'M'n touw zit gewoon niet zo strak', zeg ik.

Als we los zijn horen we een geluid. De man is terug. Het meisje pakt een stoel en trekt me mee achter de rijen dozen. Als de msn erachter komt dat we weg zijn begint hij te vloeken. 'Kut meiden!', zegt de man en kijkt woest om zich heen. Als de man zich omdraait rent het meisje op hem af en geeft hem een klap met de stoel waardoor de man voorover valt. Ik sta verstijfd te kijken als het meisje de man vast bind en z'n mobiel pakt. 'Wat doe je?', vraag ik. 'De politie bellen', zegt ze snel.

De politie duwt de man de politie wagen in en loopt naar ons toe. ' jullie kunnen naar huis', zegt een agent tegen ons. Ik kijk naar het meisje. 'Ik kan niet naar huis', zegt het meisje tegen me. 'Waarom niet?', vraag ik en kijk haar bezorgd aan. 'Iedereen denkt dat ik dood ben'. 'Wat? Waarom?', vraag ik met een geschrokken uitdrukking op m'n gezicht. 'Ik... Ik ben je nichtje', zegt ze en kijkt me ernstig aan. Ik schrik en deins achteruit. 'Je bent wat?!', zeg ik en kijk haar aan als of ze een andere taal spreekt. 'Mijn naam is mila', zegt ze. 'Ben jij... Ben jij mila?', vraag ik en kijk haar ongelovig aan.

Thuis aangekomen met Mila loop ik naar de keuken. 'Wil je wat drinken?', vraag ik. 'Nee dankje', zegt mila. Ik hoor de voordeur en m'n tante komt de kamer binnen. 'Hallo, dit is mila'! Zeg ik en kijk m'n tante onderzoekend aan. 'Dit is mila', zeg ik. 'Mila?', vraagt m'n tante. 'Hoi mam', zegt mila. 'Mam?', vraagt m'n tante. 'Ja..', zeg ik en loop naar de bank. Mijn tante en Mila blijven in de keuken verder praten en na 2 uur komen ze naast me zitten op de bank. Ze zeggen niks en ik kijk ze aan. 'Ik ben terug en nu voor altijd', zegt Mila en geeft me een knuffel

Telkens opnieuwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu