Hoofdstuk 1

2 1 0
                                    

*

Ik stap mijn bed uit en loop naar beneden. Wanneer ik de deur naar de huiskamer toe open doe, springt er een blije Snow tegen mij aan. Ik krijg er een lach van op mijn gezicht.

Elke ochtend springt hij vrolijk tegen me op. Al vanaf hij een puppy was.

Ik loop richting de keuken met Snow die me automatisch volgt. Ik pak wat hondenbrokken en vul zijn hondenbak ermee.

Ik gebaar Snow om netjes te gaan zitten.
Hij gaat netjes zitten en wacht tot ik zijn brokken bijna op zijn plek zet. Wanneer het bakje, met zijn voer, de grond raakt rent hij als een gek naar de bak toe. Alsof hij nooit te eten krijgt. Ik krijg er een lach van op mijn gezicht.


Zelf loop ik weer terug de keuken in en maak mijn eten klaar. Ik pak mijn telefoon en zie dat het 7 uur is. Over een uur vertrek ik naar school. Nog genoeg tijd dus.

Het is vandaag maandag. Dan heb ik het eerste tot het achtste uur les. Ugh, fijn.

Ik pak de boeken die ik nodig heb en stop ze in mijn tas.

Ik zet mijn bluetooth box aan en zet wat liedjes op. Ik doe mijn haar in een lage staart met een middenscheiding. Daarbij laat ik mijn voorste plukjes los hangen. Ik zet mijn gouden RayBan bril op en doe wat sieraden om. Ook doe ik nog wat Mascara op.

Ik kies voor een zwarte skinny jeans met kniegaten en grijze hoodie van Adidas. Daarbij trek ik mijn volledig zwarte Nike sneakers aan.

Als ik beneden kom om Snow uit te laten, zie ik hem niet klaarzitten. Wat raar is aangezien hij altijd klaarzit om uit gelaten te worden.

Ik ren naar de keuken wanneer ik daar Snow hoor piepen. Op het moment dat ik Snow zie loopt hij wankel en even later valt hij om. Hij beweegt zijn poten heftig heen en weer en piept luid. Ik ren naar hem toe. 'Snow!'

Ik weet niet wat ik moet doen. Ik kniel naast mijn huskey neer en probeer hem rustig te krijgen en wat extra brokjes te geven. Maar hij eet ze niet.

Ik pak mijn telefoon van het aanrecht en probeer de dierenarts te bereiken, maar ik krijg niemand te pakken.

Ondertussen piept Snow nog harder en probeert op de staan. Tranen springen in mijn ogen. Hij heeft pijn. Echt pijn. Ik pak Snow vast en sleep hem op mijn schoot. Hij stopt met trappen en het piepen wordt zachter.

Please Snow, blijf bij me.

Hij draait zijn hooft omhoog waardoor hij mij aankijkt. Zijn ogen staan droevig.

Niet weg gaan. Blijf bij me Snow.

Zijn ademhaling lijkt rustiger te gaan. Hij sluit zijn ogen en legt zijn hooft op mijn been. Even lijkt het of er niks meer aan de hand is en hij rustig ligt te slapen. Maar zijn spanning is te voelen. Hij heeft al zijn spieren aangespannen.

'Het komt goed Snow. Dat beloof ik je.'

Hoe? Geen idee. Maar het komt goed. Echt waar.

Allemaal gedachten razen door mijn hoofd. Wat is er met hem? Komt het goed? Wat moet ik doen? Ik merk dat ik steeds meer in paniek raak, omdat ik niet weet wat ik moet doen.

Mijn ouders zijn niet thuis en de dierenarts kreeg ik niet te pakken. Weer pak ik mijn telefoon en bel opnieuw de dierenarts. Please neem op.

'Met Melanie' hoor ik vanuit mijn telefoon. Omg, yes. 'Hallo, met Frede. Ik bel voor mijn hond Snow.'

Nadat ik heb uitgelegd wat er net is gebeurt adviseerd Melanie me om zo spoedig mogelijk langs te komen.

Daar gaan we dan

Reality dreamerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu