Hoofdstuk 3

9 1 0
                                    

'Snow!' Rechtop zit ik in mijn bed. Ik heb het enorm warm en het zweet staat op mijn voorhoofd. Mijn ogen staan wagenwijd open. Ik kijk mijn slaapkamer rond.

Laat dit alsjeblieft een nachtmerrie zijn.

Ik sla de dekens van me af en sprint zo snel ik kan naar beneden. Ik struikel over de schoenen onder aan de trap maar loop snel door. Wanneer ik de deur open, springt een blije snow tegen me aan.

Zijn blauwe ogen staren me twinkelend aan. Ik kijk op de klok. 4 uur 's morgens. Ugh. Ik pak een hoodie en joggings broek uit mijn kast en trek mijn schoenen aan.

Ik loop naar de deur en open hem zacht aangezien mijn ouders nog liggen te slapen. Ik pak de riem van Snow en hij loopt braaf achter me aan. Ik moet echt even een stukje gaan lopen.

Na een tijdje te hebben gelopen ga ik op een bankje zitten. Ik kijk naar de maan. Prachtig. Zoals altijd.

Ik ben gek op de maan, de zon, het water en de sterren. Ik weet niet goed waarom ik dat allemaal zo mooi en interessant vind, maar ze helpen me tot rust komen.

Ik krijg het steeds kouder, dus besluit ik na een tijdje op te staan en terug naar huis te lopen. Snow loopt vrolijk naast me alsof er niks is. Wat ook hele normaal is wat er is niks gebeurt. Het was allemaal maar een droom. Nou ja, een nachtmerrie.

Ik heb vaker last van nachtmerries. Mensen zeggen dat je er overheen groeit naarmate je ouder wordt. Maar daar merk ik niks van. De laatste tijd heb ik er voor mijn gevoel zelfs meer dan normaal. Mooie dromen vind ik niet erg. Maar nachtmerries als dit. Dat hoeft niet hoor.

Ik heb wel eens twee dromen gehad die uitkwamen. Bepaalde dingen uit mijn dromen kwam ik toen tegen in het echten leven. Dat was best eng.

Één keer was er iemand die ik eerder gezien had in mijn droom. En die kwam ik een dag later in het echt tegen in de supermarkt. Ik heb de man zo lang aangestaard. Ik dacht dat ik gek werd. En ik had hem nog nooit gezien. De man had mij zelfs gedag gezegt en ik bleef hem maar aanstaren. Haha. Dat zal er leuk uit hebben gezien.

De andere keer droomde ik dat Snow nog buiten stond en dus buiten heeft moeten overnachten. En de volgende avond vind ik Snow 's morgens buiten in de kou bij de voordeur.

Aan de ene kant vind ik het eng, want misschien komt ooit een hele ernstige droom uit. En dan weet ik echt niet wat ik moet doen. Voor nu hoop ik maar dat deze droom nooit uitkomt. En zeker niet bij mijn Snow.

Het is inmiddels 5 uur. Over 2 uur moet ik opstaan om naar school te gaan. Pff.

Thuis stap ik weer in bed en neem Snow met me mee. Hij gaat bij mijn voeteneinde liggen. Ik blijf voor de zekerheid wakker tot mijn wekker gaat. Gewoon voor het geval dat. Stel je eens voor dat over 2 uur Snow hier ziek op de keukenvloer ligt. Ik ga er gewoon voor zorgen dat Snow niet in de keuken komt. Geniaal, al zeg ik het zelf.

'Slaaplekker Snow.'

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 21, 2020 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Reality dreamerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu