Woensdag, 12 april 2226
Moest je het je afvragen, ik heb een heel goed geheugen. Ik weet nog exact wanneer wat gebeurde en hoe ik me daarbij voelde. Zo herinner ik me deze dag nog, deze gloedhete woensdag. Het was die dag dat ik voor het eerst besefte wat er gaande was. Het was een maand na the message. Joelle en ik zaten buiten op een steen naar de zon te staren en realiseerden ons hoe groot ze was geworden. Het was die dag 48°C. We hadden het over vanalles totdat we allebei naar de zon staarden. Ze gloeiden en was groot. We keken elkaar aan en ze zei tegen mij: "Orion, we moeten op dat schip raken. We kunnen elkaar niet achterlaten hier." Ik keek haar met onbegrip aan. Voor mij was het toen nog niet duidelijk wat er gebeurde, het was gewoon wat warmer dan anders. "Snap je het niet? De koers van de aarde is afgelopen 150 jaar veranderd, we komen steeds dichter en dichter bij de zon." zei ze tegen me. Ik zag inderdaad dat de zon groter was geworden, maar wilde het niet toegeven.
"Je bent een van de zovele geworden, die geloven in the message. Het is waarschijnlijk een domme grap van een groep hackers."
- "Hoe verklaar je de warmte en de enorme grote zon dan?"
"Het is wel vaker warm? En de zon is vast een optische illussie. De mensheid kan nog honderden jaren mee op deze planeet."
- "Ik hoop het voor jou. Ik ga er toch voor zorgen dat ik op dat schip raak."
Joelle geloofden in veel. Ook in oude dingen zoals God. Er werd vaker gezegd dat de wereld zou 'vergaan'. Het werd eigenlijk al 300 jaar gezegd. Ik ging er niet voor de zoveelste keer intrappen, al had ik dat beter gedaan.Dinsdag, 19 juni 2227
Moeder had ons gedwongen naar Parijs te gaan om tante Eny te bezoeken. Ook vond ze het belangrijk dat we onze Franse taal zouden onderhouden. Dus stapte we die dag op het eerste vliegtuig richting Parijs om 4 uur later te landen en meteen langs alle kanten "Bonjour!" te horen. Tante Eny stond ons op te wachten. We hadden haar al 3 jaar niet meer gezien en wisten niet of zij wist van the message. Wat wij wisten was dat ongeveer alle staten van Amerika het hadden gezien, maar of het tot Europa was geraakt was een vraagteken. Tante Eny keek bezorgd en pakte ons meteen stevig vast. "Het komt wel goed," zei ze zacht. Ze nam ons mee naar haar voiture en plaatste onze koffers in de kofferbak. Joelle ging vanvoor zitten, ik zette me achteraan. We vertrokken richting de boerderij van onze tante. Het was ongeveer 1 uur rijden vanaf de luchthaven en in de eerste 45 minuten werd geen woord gezegd. Raar, normaal praat tante Eny aan een stuk door en knikken we maar een beetje. Ze had haar stuur stevig vast en staarde naar de weg. "Is alles oké, tante?" vroeg Joelle uiteindelijk. Tante Eny zuchtte. "Ik weet niet wat mijn zus jullie verteld heeft, maar ik ben echt blij dat jullie er zijn." Ik stopte met door het raam te staren en keek haar aan door de achteruitkijkspiegel. "Wat heeft u mama dan verteld?" vroeg ik. Ze lachte nerveus: "Ach kind, niks speciaals."