Wil je ze laten lijden?

3 0 0
                                    


Toen ik het medicijn gevonden had hoorde ik luid geschreeuw. Ik rende naar mijn werkplek en bevroor van angst. De hele kamer was bedekt met de tekens, en kinderen keken mij aan met bleke gezichtjes. Ze begon te schreeuwen. Ik probeerde hen te sussen, maar het maakte niet uit wat ik deed. Mensen die in de straat rondliepen hoorde het geschreeuw en stormde binnen.

Ik weet niet wat er daarna gebeurd was. Maar ik herinner me nog wel alle dagen daarna. Alle dagen die ik opgesloten heb gezeten, en de vreemde echo van de bakstenen muren die me gek maakte. Ik zat jaren lang in een hoekje, luisterend naar die lach die ik al vele keren gehoord had. En ik zat na te denken. Na te denken over die kinderen. Waarom stopte ze niet schreeuwen? Waarom luisterde ze niet? Alles was hun schuld!

Tegen de tijd dat ik opgehaald werd was er niks meer van me over. En het enige wat ik kon doen was een rots heen en weer bewegen, en mompelen over kinderen en het gelach. Het volgende dat ik me weet te herinneren was dat ik was vastgebonden. Een menigte van mensen schreeuwde en vloekte naar me. Hoe konden ze? Ik had zoveel van deze mensen geholpen!

Toen begon ik een pijn door mijn hele lichaam te voelen. Het voelde alsof mijn lichaam in tweeën werd gescheurd. Ik begon te schreeuwen, de pijn was verschrikkelijk. Waarom hielpen ze me niet? Waarom haten ze mij? Ik heb ze niks misdaan en toch haten ze me! Er waren prikkels van pijn in mijn oogleden en mond. Ik kon niet meer zien en niet meer schreeuwen.
De pijn was verschrikkelijk, en ik voelde iets branden aan mijn huid.

Ik had een grote haat voor hun allemaal! Vooral de kinderen. O, ze zouden moeten lijden! Door hun zat ik gevangen, door hun ben ik nu hier. Het was allemaal hun schuld...

Ik hoorde iets in mijn gedachten. Het gelach. Ik sloot mijn ogen en zag het gezicht van de lach in het puurste van de duisternis. Het gezicht vulde mijn gedachten. En het gelach werd een stem, een verschrikkelijke stem. De stem zij "haat je hun zo veel?", waarop ik maar één ding kon denken. "Wil je ze laten lijden?" vroeg de stem daarna. En ik hoefde niet eens te antwoorden. "Dan hebben we een deal" zij de stem, en het gezicht verdween in de duisternis van mijn gedachten.

De pijn verdween. Mijn geheugen gewist. Het was donker, maar ik kon zien. Ik probeerde te knipperen, maar dat kon ik niet. Ik voelde iets, maar geen geluk of verdriet. Ik voelde woede.

Ze zullen lijden. Allemaal. Maar de kinderen zullen het meest lijden. Oh, wat zullen ze...

De HandelaarWhere stories live. Discover now