Hoofdstuk Achttien

39 6 0
                                    

Dorian

Vanuit het raam zag Dorian hoe de koningin het kasteel definitief verliet. Hij slaakte een diepe, opgeluchte zucht. Nu ze was vertrokken, had Dorian een aantal zorgen minder. Hij hoefde zich nu geen zorgen te maken over de zuivering, want ergens dacht hij niet meer dat de kroonprins er eentje zou uitvoeren. Dit betekende dus dat hij, zijn vader en zusje voor een iets langere tijd veilig waren. Helemaal veilig voelde Dorian zich nooit, maar een beetje veiligheid betekende al heel veel voor hem.

'Nog je ouders gezien?' vroeg Dorian, nog altijd kijkend naar buiten. Hij had het er niet over willen hebben, maar als hij zoiets wilde weten, moest hij het vragen. Cayden zou hem anders niets vertellen.

'Gelukkig niet.'

De koningin en haar bewakers verdwenen om een hoekje, hopelijk was dat de laatste keer dat Dorian haar zag. Hij keek achterom, naar Cayden die op het bed lag en met zijn dolk gooide. Het kwam gevaarlijk dicht bij zijn hoofd, voordat hij die tussen twee vingers ving. 'Wist je dat die dolk je oog kan doorboren? Mensen gooien niet zomaar liggend met een wapen.'

'Echt?' vroeg Cayden gespeeld verbaasd, met een mondhoek die langzaam steeds verder omhoogtrok. 'Dan ben ik een uitzondering.' Toch stopte hij speciaal voor Dorian en legde de dolk op het nachtkastje. 'Je hoeft je nergens zorgen over te maken hoor, ik weet dat die mij nooit zal raken.'

'Totdat je een fout maakt.'

Cayden grijnsde, maar ging niet verder op het onderwerp in. 'Ik ben het je bijna vergeten te zeggen, maar een vriend van me viert vannacht zijn dertigste verjaarnacht. Wil je mee?'

'Dat zeg je nu pas?'

Cayden haalde zijn schouders op. 'Ik wist niet of je het leuk zou vinden. Je hebt veel andere dingen aan je hoofd. En ik ook. Ik heb niet echt meer aan het feest gedacht.'

'Ik ga wel mee dan,' zei Dorian. Hij had deze avond vrij en het kon een goed idee zijn om weer eens iets met Cayden te doen. 'Zolang ik niet hoef te dansen.'

'Ik dacht dat je dansen eindelijk leuk begon te vinden. Maar gelukkig voor jou is het dan geen dansfeest. Het wordt eerder een zit- en zuipfeest.'

Dorian wist precies wat Cayden daarmee bedoelde en hoe dat soort feestjes verliepen. Vaker huurden de iets rijkere mensen een bar voor een dag of nacht om er een feestje in te houden. De bar waar Dorian in werkte, werd soms ook afgehuurd en er werd veel meer gezopen dan gedanst.

'Ik hoop dat je je een beetje inhoudt,' mompelde Dorian. Want hij had niet de behoefte om hem ergens te zien kotsen.

'Ik drink altijd met mate,' zei Cayden, terwijl hij wist dat hij dat niet altijd deed.

Dorian trok ongelovig een wenkbrauw op. 'Altijd?'

Wijselijk antwoordde Cayden er niet op en liep in plaats daarvan naar de deur toe. 'Ik ga nu wel even langs een winkel om een cadeau voor hem te kopen, voordat ik het vergeet.'

En natuurlijk ging Dorian mee.

***

Na één stap in de bar gezet te hebben, rook Dorian de bekende alcohollucht. Vooral nu de drank voor de bezoekers gratis was, zou er wel veel gedronken worden. Waarschijnlijk zo veel dat er een paar ongelukkigen zouden zijn die de kots op mochten ruimen. Dorian was blij dat hij dat nooit hoefde te doen. Als barman was het zijn taak om juist de drank in te schenken, maar ook vooral om praatjes met anderen te maken en voor een goede sfeer te zorgen. Schoonmaken hoorde daar niet bij. Dorian kreeg al medelijden met de schoonmakers van deze bar.

Als eerst liepen ze naar de jarige, die Cayden begroette als een lang verloren vriend. Cayden stelde Dorian daarna netjes aan hem voor en Dorian feliciteerde hem. Dorian kende hem niet, en de naam kwam hem ook niet bekend voor. Deze vent dacht waarschijnlijk dat Cayden een goede vriend van hem was, maar Dorian wist dat dat niet zo voor Cayden was. Cayden was sociaal, maar langdurige, hechte vriendschappen wilde hij nooit. Alleen Dorian liet hij toe. Het leek alsof hij bang was gekwetst te worden of dat hij simpelweg geen behoefte had aan vrienden.

Het ontwaakte VuurWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu