hoofdstuk 3

50 2 3
                                    

Gister ben ik bij Jayden blijven slapen. Toen ik de ochtend in de bad kwamer was zag ik een vrouw. Die vrouw die zie ik heel vaak. Wie het is? Ik heb geen idee. Maar wat ik wel weet is dat ze me iets wilt vertellen maar ik weet niet wat. En voor het eerst zag ik een jongen. Hem had ik nog nooit gezien. Maar hij wou me volgens mij iets vertellen. Hij wees naar links. Wat daar was weet ik niet maar wat ik wel weet is dat het raar was. Ik moet gauw terug om te kijken wat er daar was en of ik die jongen weer kan zien. Misschien kom ik dan meer te weten.

Luna kom is naar beneden roep mn moeder naar boven. Ja ik kom roep ik terug. Wat zou er zijn? Ik stap me bed uit en trek mn joggings broek aan met een los shirtje er op. Eerst loop ik naar de bad kamer. Ik in de spiegel. Zou ze weer komen vraag ik me af. Ik doe mn ogen dicht. Het is stil, te stil. dan hoor ik een hard gegil. Het gegil is zo hoog dat het pijn doet aan mn oren! I

k zie een vage schaduw voor me. Het lijkt op een meisje. ze huilt. Er loopt iemand naar haar toe. Het is een man. Hij heeft een mes in zn hand. hij pakt haar arm vast en snijd er in. Het meisje begint heel hard te gillen en huilen. Er stroomt allemaal bloed over haar arm heen. De man heeft ook een beker in zn hand. Hij laat het bloed van het meisje in de beker stromen. De beker word langzaam gevuld met bloed. 

Ik doe mn ogen weer open. Het zag er vreselijk uit! Ik kijk weer in de spiegel en pak mn borstel. Ik borstel me haar en doe het dan op een knot. Snel loop ik naar beneden. Wat is er ma.. ik stop met praten. Er staat een man in de woon kamer.  Hallo luna. zeg de man. Ik wil je graag spreken.

schuldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu