4

12 2 0
                                    

Het was muis stil. Iedereen keek geschrokken naar Alice en de leerkracht. Ik voelde mijn hoofd draaien en zocht steun bij een tafel. Ik pakte het houd van de tafel stevig vast, zo stevig dat mijn knokkels wit werden. Plots kwam er een vrouw binnen met de jongen die daar straks naar buiten was gegaan. Ze duwde iedereen opzij en ging bij Alice staan. Ze zette haar oor op het hart van Alice. Ze keek op en begon een poging om haar te reanimeren. Ze zette haar handen op haar borstkas en begon ritmisch erop te duwen, pakte daarna haar neus en kin vast en duwde haar lippen op de haren. Dan begon ze terug met op haar borstkas te drukken. Terwijl ze dit deed, zag ik dat haar lippen beweegden en dat ze iets aan het fluisteren was. Plots hapte Alice naar lucht en begon ze te hoesten. Bloed kwam op de grond. De vrouw draaide zich naar de klas en zei op een geruststellende toon. "Het is goed. Ze leeft." 

Ik blaas gerustgesteld uit. Ik had niet eens door dat ik mijn adem de hele tijd had ingehouden. Een paar jongens helpten mevrouw de Troyer met Alice naar het ziekenkamer te brengen. de leerkracht keek naar iedereen en zei dat we allemaal naar huis mochten gaan. Ik pakte mijn rugzak en ging naar mijn kamer. Ik voelde me helemaal verdooft. Ik had geen enkel idee van wat er net gebeurd was. Ik had even iets nodig om me te kalmeren. Ik ging in mijn zak waar al mijn kleren waren en zocht het. Ik haalde een zak op met iets groens erin. Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht. Weed. Ik rolde snel een joint en ging naar buiten. Ik ging achter het gebouw het bos weer in. Ik ging er diep genoeg in zodat niemand me zag en stak mijn joint aan. Ik nam een grote teug en begon even te hoesten. Ik voelde meteen de weed reageren. Mijn hoofd voelde lichter aan en ik had niet meer mijn hoofd dat op een de volle toeren zat te draaien. 

Ik trok er een tweede keer aan en een kalmerend gevoel stroomde over mijn hele lichaam. Ik keek rond mij om zeker te zijn dat niemand me had gezien of gevolgd. Plots zag ik mevrouw de Troyer met een andere man. "Shit." Zeg ik zacht tegen mezelf. Ik verstopte me snel achter een boom. Gelukkig hadden ze me beiden niet gezien. Ik wou net weg gaan toen ik die man die met mevrouw de Troyer Alice haar naam hoorde zeggen. 

"Ik weet het. Ik weet het. Ik had het niet zo voor iedereen in de klas moeten doen maar als ik het niet had gedaan dan was ze dood gedaan Marcus!" Hoorde ik mevrouw de Troyer zeggen. 
"Hmmm ja, maar een geluk ook dat niemand het heeft opgemerkt." Zegt hij uiteindelijk resoluut. "Nu over die jongen, Leo is het niet?", mevrouw de Troyer knikte. "Weet hij van iets?" 
"Neen, hij weet niets." 

De man die mevrouw de Troyer Marcus noemde keek om zich heen en ik verstopte me snel terug achter mijn boom. Ik wachtte even voordat ik weer durfde om terug te kijken. Hij was nu aan het fluisteren en ik kon maar een paar woorden verstaan van wat hij zei. "... Mag nog niks weten... belangrijk... gaten houden..."

Ik verplaatste me een beetje voor beter te kunnen horen wat hij zei maar stapte op een afgevallen takje. Ik hield mijn adem in in de hoop dat ze het niet hadden gehoord. Spijtig en jammer genoeg hadden ze dat wel en Marcus stopte met praten.
"Wie is daar?" Riep hij even later. Dat was het moment dat ik besloot om het op een rennen te zetten. Ik had een slechte conditie en had snel een steek in mijn maag maar ik stopte niet met rennen. Al het lucht van mijn longen werden eruit geperst waar verse lucht er dan terug in stroomde. Mijn hoofd begon te draaien en ik kon bijna niet meer, gelukkig doemde het gebouw achter de bomen weer op. Ik zette mijn laatste beetje kracht in en begon nog sneller te lopen. mijn longen waren aan het branden en mijn hersenen kregen niet genoeg zuurstof waardoor dat ik draaierig was. Ik deed de deur van mijn kamer open en deed het achter mij op slot. het zelfde gold voor mijn raam. Ik sloot ook de gordijnen zo dat niemand in kon kijken. Ik boog me naar voren en steunde op mijn knieën om even op adem te komen. Mijn adem was nog steeds onregelmatig toen ik mijn glas met water vulde. Ik dronk er gulzig van, vulde het weer bij en begon weer te drinken maar stopte abrupt door 1 korte klop op mijn deur. Ik hield mijn adem in en keek gestrest naar de deur. Ik kon me niet meer bewegen, mijn hele lichaam was bevroren terwijl dat mijn gedachtes op holle te keer aan het gaan was. Er werdt weer aangeklopt. Mijn hand ging trillend naar de deurknop. Ik deed de sleutel van het slot en opende de deur. 

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Dec 01, 2019 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

AbnormaalWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu