De juf vraagt aan haar leerlingen: 'Ik ben mooi. Is deze zin tegenwoordige tijd of verleden tijd?' Antwoordt Lies: 'Verleden tijd, juf.'
mop 89
De juf vraagt aan haar leerlingen: 'Ik ben mooi. Is deze zin tegenwoordige tijd of verleden tijd?' Antwoordt Lies: 'Verleden tijd, juf.'