Hoofdstuk 1

11 3 0
                                    

'Esmond Curtis?' Een kleine hand komt tevoorschijn tussen de hoofden van de vele toeristen op het station. 'Hier!' Esmond Curtis is een gewoon jongetje met een vrij normaal leven en een abnormale tante. 'Esmond daar ben je!' Hij ziet een vrouw zijn richting uitlopen. Ze struikelt over een losse steen en honderden papieren dwarrelen naar beneden. De vrouw bukt zich en begint ze haastig te verzamelen. Esmond gebruikt deze tijd om haar te bekijken. Ze heeft blond haar dat op haar hoofd wordt samengehouden door een potlood. Dan draait ze haar hoofd naar hem. Haar lippen zijn rood gekleurd, iets wat Esmond nog nooit had gezien. De vrouw staat op en vervolgt haar pad, deze keer met tragere passen. Een wijde rode rok volgt de bewegingen van haar benen en een witte bloes omarmt de rest van haar lichaam. 'Esmond, ik ben zo blij je te zien. Ik ben Renee, je tante.' Hij steekt zijn hand uit om de hare te schudden, maar Renee bukt zich en neemt Esmonds gezicht in haar handen. Ze drukt haar rode lippen tegen zijn voorhoofd en kijkt hem vervolgens aan. Op dat moment beslist Esmond dat hij haar rode lippen leuk vindt, omdat ze het groen in haar ogen eruit laten springen. Hetzelfde groen als de ogen van zijn moeder.

'Alle passagiers met bestemming Misthaven gelieve in te stappen.' Renee trekt hem mee aan zijn mouw en Esmond weet nog net zijn tas van de grond te nemen en over zijn schouder te slingeren. 'Dat zijn wij! We moeten ons haasten. Ik kan mijn favoriete neefje toch zijn eerste keer in en duikboot niet laten missen!' Ze sleurt hem mee tot aan een ronde glazen lift en ze sluiten aan in de rij mensen die staat te wachten om naar beneden te gaan. 'Tante, hoe kan ik je favoriete neefje zijn? Ik ben toch je enige neefje.' Deze vrouw kende hem nog maar net en vind hem toch al leuk; zoiets kan toch niet? 'Esmond, dat is toch zeer logisch. Ik heb al veel mensen ontmoet en ook al zouden zij mijn neefjes zijn, jij zou toch nog steeds mijn favorietje zijn. Weet je waarom?' Renee kijkt even schichtig opzij alsof ze hem net ging vertellen dat ze een spion was en ze zijn hulp nodig heeft om de wereld te redden. In plaats daarvan zegt ze: 'Om de simpele reden dat jij echt mijn neefje bent en de anderen niet, jij bent geboren als mijn neefje en daarom hou ik ook van jou.' Esmond staat even perplex; zij houdt van hem gewoon omdat hij bestaat. Geen voorwaarden en geen vooroordelen. En terwijl hij kijkt naar zijn tante die in haar honderden papieren hun kaartjes zoekt en ondertussen toch weet te lachen naar de man die geduldig op haar wacht, beseft hij dat hij meer dan alleen maar haar rode lippen leuk vindt. Zijn tante is er en houdt van hem dus houdt hij van haar. Zo simpel kan het zijn.

'Hoe gaat het nu eigenlijk met jouw moeder, met mijn zus?' Renee lijkt even weg te dromen en haar ogen worden al at waterig, maar het moment wordt snel doorbroken door een ruk aan haar mouw. 'Kijk tante, daar, wat is dat!' Esmond staat met zijn gezicht gedrukt tegen één van de vele ramen die de flank van de duikboot bezetten. 'Dat is een girafis. Ze hebben lange benen en een lage nek, zo kunnen ze boven water ademen. Hun hoofd komt alleen onder water om te eten. Met een beetje geluk zie je ook degelijk één eten.' De duikboot gaat verder en net voordat de girafis te ver weg is om te zien, verschijnt zijn hoofd. Hij ontbloot een rij vlijmscherpe tanden en eet een voorbijzwemmend visje in één hap op. Geschrokken verbergt Esmond zijn hoofd in de armen van zijn tante. Ze legt haar hoofd op het zijne en zegt: 'Niet alle dieren zijn zo goedaardig als ze eruitzien.' Esmond maakt zich los uit de omhelzing en kijkt haar met grote ogen aan. 'Maar waarom zouden ze zoiets gruwelijk doen?' Renee neemt zijn gezicht vast en kijkt hem recht aan. 'Ze proberen te overleven.' Eten dieren echt andere dieren op om te overleven? 'Tante, doen mensen dat soms ook, andere mensen opeten om te overleven?' een glimlacht kruipt over haar gezicht. 'Natuurlijk niet, maar ze doen wel andere gruwelijke dingen zoals stelen.' Esmond haalt opgelucht adem. Niet veel later vallen zijn ogen dicht en daardoor hoort hij net niet meer dat zijn tante zegt: 'Mensen doen gruwelijke dingen, maar ik zal ervoor zorgen dat ze jou nooit zullen overkomen. Dat heb ik je vader Elliot beloofd.'

𝑬𝒔𝒎𝒐𝒏𝒅 𝑪𝒖𝒓𝒕𝒊𝒔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu