zeven

524 77 4
                                    

+

Een paar dagen geleden zag Lucas dat Alice huilde. Hij bleef maar vragen wat er was, of het wel ging, maar ze gaf geen duidelijk antwoord. Ze negeerde hem, nadat hij haar dokter Charles had laten vermoorden.

Lucas wist dat het haar dwars zat, het idee dat ze haar psychiater had vermoord vond ze afschuwelijk. Hij blijft haar maar vertellen dat hij het verdiende. Zij wil hem vertellen dat hij weg moet gaan.

Alice voelde zich leeg. Alsof het niet uitmaakte dat ze leefde, alsof ze klakkeloos zou doen wat Lucas haar opdroeg. Maar ze kon het niet beheersen. Ze houdt teveel van Lucas. Hij is de enige die ze heeft.

Alice heeft bijna de hele dag op haar kamer gezeten, en al die tijd heeft Lucas naar haar gekeken. Haar lichaam trilde, maar ze was stil. Ze werd bang van zichzelf.

Lucas stond op en verliet de kamer, nadat hij geschreeuw hoorde van beneden. Hield niet van harde geluiden. Ze leidden hem af. Hij kon natuurlijk wel schreeuwen. Alice was de enige die het hoorde.

Lucas zag Alice's pleegouders ruzie maken. Het was een vreemd beeld. Ze hadden nooit ruzie, ze waren gelukkig met elkaar.

Hun ruzie zag er behoorlijk serieus uit, en het ging over Alice. "Ik kan niet van een kind houden dat geen normaal leven heeft!" schreeuwde haar pleegvader. Haar pleegmoeder probeerde hem te kalmeren, stemde ermee in dat het lastig was om een 'abnormaal' kind op te voeden. Lucas kon het niet aanzien dat de twee alleen maar negatieve dingen over Alice zeiden, dus hij rende naar boven, naar de kamer van Alice. De verschrikkelijke dingen die ze over haar zeiden maalden door zijn hoofd. Hij liep naar haar toe. "Alice, je ouders," zei hij. "Ze irriteerden me."

"Waarom?" vroeg ze. Hij praatte nooit over haar ouders, dus het voelde een beetje verrast.
"Ze houden niet van je," zei hij en Alice sperde haar ogen open. Ze herinnerde zich iets.

Ze herinnerde zich de dag dat ze haar eigen ouders vermoordde. Het was een dag om te herinneren.

Ze was nog jong - veel te jong om een geweer vast te houden. Ze was veertien, toen het gebeurde. Ze hielden van Alice, erg veel. Toen ze zagen dat Alice een pistool op hen richtte, leek het alsof ze zouden flauwvallen. Het was een vreemd beeld; ze was een onschuldig meisje.

Lucas was er ook, toen het gebeurde. Lucas was er ook toen ze al haar familieleden vermoordde, waarvan ze tot na de dood van hield. Lucas was er toen ze Eric vermoordde, en nog vijf andere vrienden ook.

Lucas wilde zo graag dat Alice blij was, en dat kon niet als er domme mensen in de weg stonden.

"Natuurlijk houden ze van me. Ik ben hun kind."

Hij schudde zijn hoofd. "Waarom zou ik tegen je liegen?"

Alice slikte, keek rond in haar kamer. Nog steeds neemt ze haar medicijnen niet, en Lucas was er de laatste tijd steeds vaker. Hij was er altijd.

"Kijk zelf maar," hij pakte haar hand en leidde haar naar beneden. Toen Alice de boze stemmen hoorde, voelde ze zich misselijk worden. Ze hield niet van mensen die ruzieden. De stemmen draaiden in haar hoofd, en gaven haar enorme hoofdpijn. Lucas bracht haar naar boven. Ze liepen samen haar kamer in, hand in hand. Alice zat zwijgend op haar bed. Ze had geen zin om te praten.

Lucas liep de kamer uit voor een paar minuten, en kwam weer terug met een voorwerp in zijn hand. Alice kon het niet helemaal plaatsen.

Hij liep naar haar toe, gaf haar het zwarte voorwerp.

Het was een pistool.

-
Go big or go home, Lucas :)

MAD / #netties2016Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu