Hoofdstuk 7

80 5 1
                                    

Een week later.....

~pov James~
Ze liepen zo stil als ze konden door de gangen. Sirius voorop, want die wist waar de verborgen deur was, Remus achteraan en James in het midden. Ze waren bijna bij de kerkers. Zo stil mogelijk slopen ze onder de onzichtbaarheidsmantel. Ze konden alleen hun voeten zien, maar dat viel minder op dan een groepje van 3 jongens.
Peter had geweigerd mee te werken aan het plan. Ze hadden geen idee wat Peter bezielde de laatste tijd. Hij was zo afwezig en ging niet veel meer met zijn vrienden om. Soms dachten ze ook dat hij met Slytherins om ging, maar dat zal wel niet.

Ze gingen de trap af naar beneden, de kerkers in. Het was doodstil en verlaten. 'Volg mij.' Fluisterde Sirius. Ze gingen een gang in en aan het eind zat een muur. Sirius deed de onzichtbaarheids mantel van zich af en drukte op een steen en fluisterde iets onverstaanbaars. De muur schoof opzij en Sirius ging snel weer onder de onzichtbaarheidsmantel. De leerlingenkamer was verlaten. Snel liepen ze naar binnen. 'Wooowww....' Zei Remus die nog nooit in de Slytherin commonroom was geweest.

Ze deden de onzichtbaarheidsmantel af en begonnen te zoeken, maar vonden niks. Waar ze ook keken.

'Mijn vader heeft me de nieuwste bezem gekocht.' Hoorden ze iemand zeggen die ze sterk herkenden als Lucius Malfoy. Opscheppend over hoeveel geld hij wel niet had. Snel gingen Sirius en Remus bij James onder de onzichtbaarheidsmantel in een donker hoekje zitten. 'Ik ben trouwens Lucius, Lucius Malfoy.' Zei hij grijnzend. Hij stak zijn hand uit. Een jongen met bruin, plat haar en donkere bruine ogen schudde de hand. 'Marten,' zei de jongen. 'Marten Price.'

James gezicht werd lijkbleek. 'Jongens.' Fluisterde hij. 'Ik herken die stem.'
'Ja duhhh.' Fluisterde Sirius. 'Wie herkent nou weer niet de stem van LuCiUs MaLfOy.' En Remus grinnikte. 'Nee kip,' zei James snel terug. 'ik herken de stem van die andere jongen.'

'Ik kan je helpen populair te worden op Zweinstein.' Zei Lucius tegen Marten. 'Ik kan je helpen groot te worden.' Marten keek hem aan. 'Ik heb zo mijn eigen plannen.' Zei Marten met een hele rustige stem. 'Maar als je hulp nodig hebt ben ik er voor je.' Zei Lucius tegen hem en ze gingen op de bank zitten.

'Ik heb eigenlijk wel hulp nodig met iets.' Merkte Marten op. 'Ik moet met iemand praten, maar ik weet niet wie het is.' Hij had iets wat niet goed zat bij James en hij zag dat Sirius zich ook niet op zijn gemak was. 'Okè,' zei Lucius. 'wie zoek je?' Marten keek om zich heen om te kijken of er iemand in de buurt was en zei vervolgens: 'Sirius Black.'

Snel drukte Remus een hand op zijn mond zodat Sirius niets zou zeggen. Waarom zouden ze op zoek zijn naar Sirius? 'Sirius stil blijven.' Fluisterde James snel.

'Hoezo Sirius Black?' Vroeg Lucius verbaasd. 'Dat is echt het vervelendste rotjoch dat je ooit kan ontmoeten.' Sirius begon boos te kijken en ze moesten hem tegen houden zodat hij Lucius niet in elkaar ging slaan. 'Ik moet hem wat vragen.' Zei Marten gevoelloos. 'En jij zou me helpen.' Lucius knikte. 'Tuurlijk Marten, we zijn toch vrienden?' Marten toverde een nep glimlach op zijn gezicht. 'Ja zal wel, ik ga maar eens slapen.' Lucius knikte. 'Tuurlijk, ik ook.' Ze liepen naar de slaapzalen.

Snel ging Remus, Sirius en James weg uit de Slytherin Common room en renden ze zo snel mogelijk naar de common room van Griffoendor.

Ze gooiden de onzichtbaarheidsmantel van zich af en keken elkaar aan. Remus plofde op de bank. Sirius ging naast hem zitten en James op de tafel die tegenover de bank stond. 'Waarom wil hij mij spreken?' Vroeg Sirius hardop. 'Ik heb geen idee.' Zei Remus.

'Misschien is hij wel de zoon van een dooddoener en moest hij van jeweetwel jou uithoren over wat er op Hogwarts gebeurt.' Zei James. 'Goeie Theorie.' Zei Remus. 'Zou best kunnen ja.' Merkte Sirius op. 'Maar toch zit die Marten me niet lekker.' 'Mij ook niet.' Zei James. 'Ik kreeg echt een naar gevoel bij hem in de buurt.'

'Ik ook.' Zei Remus. 'Maar laten we gaan slapen. Het is al laat. We praten er morgen wel over verder.' Ze knikten en liepen naar de slaapzaal.

de volgende dag...

~pov Sirius~
Hij werd wakker. Het was al licht en James en Remus waren al hun bed uit. Hij gleed slaperig zijn bed uit en liep half-slapend naar de badkamer om zijn haar te doen. Daarna deed hij een warme trui met een zwarte broek eronder aan. Hij keek uit het raam. Het regende hard en het werd al langzaam herfst. Dat betekende voor James dat het zwerkbal seizoen er bijna was. Hij deed zijn schoenen snel aan en gingen naar de leerlingenkamer. Die was verlaten. Alleen Marlene en Alice zaten in een hoekje te giechelen en huiswerk te maken en James en Remus zaten voor de openhaard.

'Waar is Peter?' Vroeg Sirius. James haalde zijn schouders op. 'We hebben geen idee. Hij was zijn bed al uit toen wij wakker werden.' Remus zat een romannetje te lezen. 'Sirius, Remus is echt goed in liefdesadvies geven,' begon James. 'misschien moet je ook wat advies vragen voor jou en Marlene *winky winky*.' Sirius sloeg James met een kussen en begon te blozen. 'Ik ben niet op haar en trouwens voor de duidelijkheid, als ik met een meisje uitga moet ik een jongen gaan uitvragen dus nee dankje.' James lachte. 'Kom nou Padfoot, ik zie je wel staren naar haar tijdens de lessen.' Sirius schudde zijn hoofd. 'Helemaal niet ik kijk naar Minnie.' Zei hij snel. 'Want haar lessen zijn heeeeeel interessant.' Remus grinnikte.

'Maar Moony,' begon Sirius. 'had je al een plan?' Remus deed zijn Roman dicht. 'Jazker,' begon hij. 'je moet Lucius en Marten zoveel mogelijk ontwijken.' Sirius knikte. 'Top idee.'

Light in the darkness ~ Jily~ (gestopt)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu