hoofdstuk 4:

109 10 3
                                    

'Ja, zo vreemd dan?', vraagt hij gespeeld gekwetst terwijl hij zijn boek weglegt en grijnzend naar me toeloopt...

Geschrokken zet ik een stap naar achteren en vlucht de badkamer weer in. Net als ik de deur wil dichtslaan, steekt hij zijn voet tussen de deur.

'Laat me met rust!', roep ik, terwijl ik de deur probeer te sluiten, wat uiteindelijk lukt. Snel draai ik de deur terug op slot en laat me op de grond neervallen, met mijn rug tegen de deur. Gespannen luister wat er daarbuiten gebeurt.

'Ben je bang van mij?', hoor ik hem met een zachte stem vragen, die ervoor zorgt dat ik kippenvel op mijn armen krijg. Hoe kan het toch, dat ik tegelijkertijd doodsbang voor hem ben, maar me toch tot hem aangetrokken voel? 

Als ik niet antwoord op zijn vraag, hoor ik een diepe, spijtige zucht en hoor ik dat hij net als ik aan de andere kant tegen de deurwand gaat zitten. 

'Ik heb het niet gedaan, weet je', hoor ik Peter aan de andere kant zeggen. Wat heeft hij niet gedaan? vraag ik me af. Mijn moeder vermoorden? Als hij me wilde wijsmaken dat hij haar niet vermoord heeft, wel dan zal hij beter zijn best moeten doen...

'Wat? Mijn moeder vermoorden of mijn dorp terroriseren en de mensen bang maken?', fluister ik met een trillende stem, niet zeker of hij het hoort. Maar natuurlijk hoort hij me, hij is weerwolf voor iets. 

'Ik heb je moeder niet vermoord, ze werd vermoord door een andere wolf uit de Black Moon roedel...', antwoordt hij.

'En het is misschien wel waar dat mijn roedel rond het dorp hangt, maar dat is alleen om jullie, mensen te beschermen. Wij vermoorden jullie niet,  integendeel.' vervolgt hij zijn uitleg. 

Aan zijn stem te horen, vertelt hij me de waarheid en maakt hij me niets wijs...

Maar als hij de waarheid verteld, hoeveel weerwolven roedels bestaan er wel in de wereld? En waarom heeft hij me dit niet eerder verteld? En dan nog, zijn antwoord nog steeds niet waarom hij me heeft meegenomen naar dit huis en weet ik nog steeds niet waar Catherine is... 

Na een lange stilte, die alleen verbroken wordt door mijn steeds rustiger wordende ademhaling, hoor ik dat Peter aan de andere kant van de deur gaat opstaan. 

'Wil je deur openmaken, nu je weet dat ik je moeder niet vermoord heb?', vraagt hij met een rustige stem, waar er een tikkeltje woede inzit. Is hij boos omdat ik niet reageer op zijn stem? Of omdat ik de deur nog steeds niet heb opengedaan?

Ondanks zijn ietwat boze toon in zijn stem, besluit ik de badkamerdeur toch open te doen tot op een kiertje. Is dit wel een goed idee? Vraag ik me af, terwijl ik de deur steeds verder openduw...


Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Oct 25, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

the werewolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu