Proloog

201 11 4
                                    

[A/n Ik ben bezig het verhaal te herschrijven. Daarom staat voorlopig alleen de proloog online. Binnenkort ga ik de hoofdstukken opnieuw publiceren!]

"Meneer Morrisson, uw vader roept u. Wilt u nu alstublieft opstaan?" Vraagt Magdalene, het dienstmeisje van huize Kazaria. "Mwa, nee, ik wil in bed blijven liggen..." Ik gaap hard, als teken dat ik het meen. Ik ben doodmoe. Mijn vader komt met luid gestommel mijn kamer binnenstormen. "Morrisson! Wakker worden, luilak!" Roept mijn vader even kwaad als altijd, en daarna vertrekt hij gelijk weer uit mijn kamer. Als ik op de wekker naast mijn bed kijk zie ik dat het nog maar vier uur 's ochtends is. O nee... Ik weet dat mijn vader iets van me wil, want anders maakt hij me nooit zo vroeg wakker. Ondanks dat ik echt geen zin heb om op te staan, doe ik het wel en ik volg Magdalene in mijn pyjama naar de salon van onze luxe villa. Daar zit mijn vader, diep onderuitgezakt in een grote fauteuil, in de grote chique bewerkte salon. Zo te zien is hij niet in zo'n goede bui, zijn ogen staan strak en neerbuigend. "Morrisson! Daar ben je eindelijk. Maak je broertjes en zusjes wakker en kom naar de hal! Zorg dat ze wat warms aan hebben, en trek zelf ook wat fatsoenlijks aan! En laat me niet zo lang wachten. "
De stem van mijn vader schrikt me af. Meestal doet hij nog een beetje zijn best om vriendelijk tegen mij te doen, maar nu is zijn stem echt diep boosaardig. Dat is gek, want tegen mijn jongere broertjes en zusjes is hij altijd poeslief. Met mij kan hij niet goed omgaan, en dat is maar goed ook, want ik mag hem ook niet. Misschien is het bot om zo over je vader te denken, maar het is gewoon zo en ik kan er niks aan doen. Daarom probeer ik hem zoveel als mogelijk is te ontlopen. Vroeger, toen mijn moeder nog leefde, hield ik van mijn vader en hij van mij. Nu is dat afgelopen. Mijn vader en ik zijn heel afstandelijk van elkaar geworden. Dat vind ik niet erg, ik heb mijn vader niet meer nodig.
Ik word wakker uit mijn gedachten als ik Lisa's kamer binnenkom, mijn jongste zusje. Wat is ze toch lief als ze slaapt... Ik hou van haar. "Lisa, liefje, wakker worden! Van papa moet ik je wakker maken. Zou je alsjeblieft willen opstaan?" Vraag ik op mijn allerliefste zachte toon. Ze draait zich om en kreunt zachtjes. "Mwa, Morrie, ik ben moe!" Voordat ze haar ogen opendoet gaapt ze diep, en haar blonde haren springen op en neer. "Ja dat weet ik, Lisa, maar je moet nu echt opstaan. Je weet dat als vader iets van je wil, dat je dat dan ook echt moet doen."

Het spijt me voor haar dat ze zo vroeg moet opstaan, voor weer een van die onbenullige acties van mijn vader. Een keer nam hij ons mee naar Shanghai, alleen maar om daar naar een circusvoorstelling te kijken, stel je voor, zes uur vliegen! Maar misschien was het ook wel de moeite waard, ik kan het niet zeggen, ik heb toen namelijk niet gekeken omdat ik in mijn circusstoeltje in slaap viel omdat ik moe was van de vliegreis. Ik hou maar vol dat ik in slaap viel omdat ik de circusvoorstelling saai vond, ik ga niet aan Lisa en mijn andere broertjes en zusjes vertellen dat ik doodmoe was omdat ik een vliegangst had, en dus doodsbang in het vliegtuig uit mijn slaap werd gehouden. Ik hoop dat we nu niet weer gaan vliegen.

Ik loop door de deur van Lisa's slaapkamer naar de rijk bewerkte zilveren gang, als ik me bedenk dat ik van mijn vader snel moest zijn, en ik al heel veel tijd heb verspild door dit onbenullige nadenken. Als ik bij de kamer van Jorris kom, blijf ik voor zijn deur staan. Ik hoor namelijk een luid gesnik. Wat is er aan de hand? Jorris is het oudste kind van mijn vader, op mij na, ook al zit er wel vier jaar tussen. En hij houd zich altijd stoer. Ik schrik van zijn gesnik. Ik heb hem nog nooit horen huilen. Ik weet niet waarom, maar ik vind het erg irritant. Dat zou niet zo moeten zijn.

Als ik al mijn broertjes en zusjes wakker heb gemaakt en ze heb verteld dat ze zich moeten aankleden en naar de hal komen, kleed ik mezelf om. Ik denk lang na over wat ik aan zal doen, wie weet waar we nu weer naartoe gaan? Uiteindelijk trek ik een lange donkergroene mantel uit de kast.

Als ik de hal binnentreed zie ik al mijn broertjes en zusjes op een rij staan, mijn vader voorovergebogen om ze iets te vertellen. Als mijn vader me de hal binnen ziet komen, strekt hij zijn rug en trekt een grimas. "Morrisson! Kan je niet EEN KEER snel zijn?!" Ik buig mijn hoofd. "Sorry vader, ik was vergeten dat ik sn.." BOEM! Mijn vader geeft me een klap. Ik zie sterretjes en ik word duizelig. Ik schrik me dood. Dit is de eerste keer in mijn leven dat hij me heeft geslagen.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: May 10, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Morrisson in Mumbai [Very Slow Update!]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu