hoofdstuk 80

406 11 0
                                    

Het is de volgende ochtend als ik wakker word. Als ik de gordijnen open komen er herinneringen van gisteren naar boven. Louis is na zijn woorden in slaap gevallen. Hij zag er zo slecht uit dat ik hem maar liet slapen ook al was het nog best wel vroeg. Ik loop naar de woonkamer en zie Louis met Liam praten. Zodra Liam mij opmerkt, stopt hij het gesprek en groet hij me enthousiast. Ik glimlach wat en loop door naar de keuken. Mijn beeld begint waziger te worden waardoor ik snel het aanrecht vast grijp. Ik probeer langzaam te ademen en het beeld komt weer terug. 'Kom je mee, we gaan buiten ontbijten. Het is zulk mooi weer.' Ik schrik en draai me om. 'Is goed.' Zeg ik als ik Liam zie. Hij knikt maar blijft wachten tot dat ik de eerste stap zet. Ik zucht eens en loop dan naar buiten. Ik zit zenuwachtig op mijn stoel te wippen. Het brood ligt voor me maar elke keer als ik probeer een hap te nemen word ik misselijk. De jongens hebben me al een paar keer raar aangekeken maar ik heb het steeds genegeerd. Tot nu dan. Ik sta op en loop zonder pardon weg. Ik ga mijn kamer in en doe de deur op slot. Ik ga er met mijn rug tegenaan zitten. 'Harry?' Louis staat voor de deur. Hij probeert hem te openen maar daar faalt hij in. 'Laat me je helpen. Alsjeblieft.' Na een poosje doe ik de deur toch open. Direct slaat hij zijn armen om me heen. Ik sla mijn benen om zijn heupen als hij me optilt. Hij zet ons neer op het bed en legt zijn vinger onder mijn kin waardoor ik hem wel aan moet kijken. 'Aanvaard mijn hulp oké. De vorige keer ging het te ver, dat weet je zelf ook.' Ik voel de woede door mijn lichaam gaan. Dus ik moet maar eventjes stoppen. Alsof dat zo makkelijk gaat. Hij is degene die hiervoor heeft gezorgd. 'Wat denk je wel niet. Je gaat weg, je laat me gewoon in de steek en nu denk je laat ik me maar mooi weer met zijn leven bemoeien. Waar heb je al die tijd gezeten. Waar was je toen ik je nodig had. Overal, behalve bij mij. Of niet soms. Je houdt niet van me, ik snap het oké. Ik verwerk dingen op mijn manier. Het enige waar ik van af moet komen is mijn drugs.' Hij kijkt me geschrokken aan. 'Gebruik je?' Ik kijk hem verontwaardigd aan. 'De enige drugs die ik heb, dat ben jij.' Ik mep hem op zijn wang en loop de deur uit. Maar voordat ik helemaal uit het zicht ben draai ik me om en kijk hem nog één keer aan. 'Het stelt me teleur dat je zo laag over me denkt. Ik had wel wat anders verwacht, klootzak.'

Die middag zit ik in mijn eentje op een bankje in het park. Het is er rustig. Logisch ook want niemand komt buiten als het regent. Dat is ook de reden dat ik hier ben. Ik wil niet naar binnen. Met mijn blik op het water blijven mijn hersenen kraken. Ik wil niet denken, ik wil niet constant pijn hebben. Toch is wat ik zei waar, hij is mijn drugs, van drugs moet je afkomen. Dus ik moet hem vergeten. Dat moet ik doen, hem vergeten. Ik moet Louis Tomlinson uit mijn leven verwijderen en dat gaat mij lukken ook. Met die instelling loop ik terug naar huis. Drijfnat kom ik binnen en direct slaat Liam een deken om me heen. 'Kom, ga maar douchen daarna praten we wel.' Ik knik en doe wat me gezegd wordt. Als de warme stralen eenmaal over me heen lopen, kom ik eindelijk tot rust. De warmte is aangenaam en doet me goed.

Als ik na een halfuur de douche uitstap en aangekleed ben, loop ik naar beneden. Iedereen zit in de woonkamer Louis aandachtig te bekijken. Hij ziet er niet uit. Net nu hij er weer een beetje oké uitzag. Zijn hele gezicht zit weer onder het bloed en zijn shirt is kapot. Hij ligt in Liam zijn armen die hem zachtjes sust. Ik weet dat ik hier weg moet. Ik moet hem vergeten dus zo min mogelijk aandacht aan hem besteden. Als ik in de keuken sta besef ik me dat dit niet de beste plek was om naar toe te gaan. Direct voel ik me al misselijk. Ik schrik me rot als er opeens een hand op mijn schouder ligt. Zayn staat achter me met een bedenkend gezicht. 'Moet je nu niet bij hem zijn.' Vraagt hij aan mij. Ik schud mijn hoofd en sla zijn hand van mijn schouder af. 'Maar Harry.' 'Nee.' Zeg ik kortaf. Hij zucht eens maar het boeit me niet. Ik hoef niet naar hem toe. Alsof hij nog iets voor mij betekend. 'Iedereen verdient een tweede kans Harry.' Ik schud mijn hoofd nogmaals. 'Hij niet.' Ik loop uit de keuken op weg naar mijn kamer als hij weer zijn hand op mijn schouder legt. 'Laat me met rust. Hij krijgt geen tweede kans oké! Hij heeft het verpest en ik ga hem vergeten! Hij is geen deel meer van mijn leven!' Ik hoor geschrokken geluiden rechts van me komen. Ik draai me om en besef me dat ik in de woonkamer sta. Snel loop ik door naar mijn eigen kamer en gooi de deur achter me dicht en doe hem op slot.

Ik start mijn laptop op en zoek Netflix op. De rest van de dag wil ik gewoon niet meer volgen. Ik kom vandaag niet meer uit mijn kamer. Wat kan er mis gaan? Precies, niks. Ik ga naar de categorie drama en zoek de eerste film voor vandaag uit. Laat ik maar beginnen met The Notebook.

De streef naar perfectie.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu