"Ren... Ren... Cia je moet rennen... Cia ren nu... Waarom ren je niet... RENNEN EN WEL NU!" Riep de stem in mijn hoofd. "IK KRIJG GEEN LUCHT! IK KAN NIET RENNEN!" Gilde ik terug. Ik kon niet meer helder denken. Waar ben ik? Waarom kan ik niet bewegen? Ik stik. Dat was alles wat door me heen ging. "HEEEEEEELP! ALSJEBLIEFT HELP ME DAN TOCH!" Krijste ik. Maar niemand hielp. Ik keek om me heen, maar alles wat ik zag was rook, overal rook. BANG. Met een smak viel ik op de grond en werd alles zwart...
Ik word wakker in een donkere kamer, vast gebonden aan een koude stalen tafel. Mijn hoofd bonkt. Ik tik met mijn nagel op de tafel. De tik galmt heel erg, de ruimte moet dus erg leeg zijn. Maar ik zie niks, alleen maar zwart. Tot ik een klik hoor en er een deur open gaat en er ineens heel veel licht via de deur de kamer in komt. Ik was net aan het donker gewend, dacht ik bij mezelf.
Er staat een gedaante in de deuropening, maar ik zie alleen maar zwarte contouren. Het licht komt van achter en schijnt recht in mijn ogen."Zo zo, Malencia, hier lig je dan.." Zegt de stem van de persoon. En die stem, die herken ik uit duizenden.
JE LEEST
Rennen.
Teen FictionHet enige wat Malencia hoeft te doen is rennen, maar nee, dat doet ze niet.