Hoofdstuk 11

221 11 0
                                    

De laatste paar weken in aanloop naar de "kerstvakantie" hebben Amelia en ik het beiden te druk om op dinsdagen af te spreken. We zien elkaar nog één keertje, op een zaterdagavond in het café, waar mijn vrienden ook bij zijn. Verder sturen we nog wat, maar echt veel contact is er niet. Tot dan eindelijk die zaterdag aanbreekt waarop we intrekken in het vakantiehuisje.

Als vervroegd kerstcadeau heeft Yara me haar auto geleend. Zij zit immers toch in de blok en komt haar kamer nog amper uit. 

Wanneer ik de Citroën op de lange oprit voor het huis zet, vallen de gekleurde stipjes in de heg me meteen op. Ik frons. Is dat kerstverlichting?

Ik stap uit, haal mijn spullen uit de koffer en doe de auto op slot. Het is inderdaad kerstverlichting, zie ik meteen, en het hangt ook in alle bomen. Ook in de rest van de best grote voortuin staat kerstdecoratie. Hier staat een lichtgevend hert, daar weer wat zuurstokken, zelfs een kleine kerstman heeft zijn weg naar het wandelpad gevonden. Dat is het werk van mijn moeder, dat kan niet anders. Ik kan het ook niet laten om even te denken aan de grote hoeveelheid elektriciteit die dit alles ongetwijfeld nodig heeft. En dat allemaal omdat Amelia erbij is.

Op het bovenste trapje, vlak voor de voordeur, ligt een huiselijke welkomstmat met de tekst Home is where the heart is. Op de deur zelf hangt een kerstkrans versierd met een kleinere versie van de lichtjes die in de haag en bomen hangen. Mijn moeder is er vol voor gegaan.

Mijn koffer achter me aanslepend, loop ik de inkomhal in. De sleutel leg ik in het daarvoor voorziene kastje, mijn bagage leg ik in de hoek bij de trap. Voor even blijf ik zo staan met mijn ogen dicht.

Als ik me goed concentreer kan ik Yara en Bryan nog schreeuwend van plezier van de trap horen rennen en mijn moeder horen roepen dat ze niet mogen lopen in huis. Mijn vader is stil, rustig zittend in de zetel met een kruiswoordraadsel en een pen in zijn handen. Tientallen vakanties die we hier hebben doorgebracht.

Net wanneer ik mijn koffer naar mijn kamer wil gaan brengen, gaat de bel en wordt er vervolgens een kerstdeuntje op de deur geklopt.

'Ik denk toch dat je buiten moet slapen vandaag,' zeg ik luid, maar lachend, met mijn hand al op de deurknop.

'Waag het eens,' roept Amelia eveneens lachend.

Ik open de deur en vrijwel meteen slaat de brunette haar armen om me heen in een omhelzing. Het verbaasd me eerst, maar al snel sla ik mijn armen ook om haar heen.

Wanneer ze zich van me losmaakt en een stap naar achter zet, lacht ze klein. 'Zo, het is alweer even geleden.'

'Vandaar de knuffel,' zeg ik, enkel en alleen omdat dat het enige is wat ik als antwoord kan bedenken. 

Ze knikt. 'Vandaar de knuffel.'

Ik schraap mijn keel even en gebaar dan naar de inkomhal. 'Wees welkom.' Met een klein gebaar maak ik duidelijk dat ze haar bagage maar even aan de kant moet leggen. 'Ik zal je eerst even een rondleiding geven op het gelijkvloers. Dan kan ik je daarna je slaapkamer laten zien.'

'Doe maar, jij bent de baas.'

Vrolijk neem ik haar mee door de eerste deur links, de deur naar de woonkamer. Ze klapt enthousiast in haar handen bij het zien van de haard.

'Dat is al een pluspunt,' zegt ze, zichtbaar onder de indruk.

'Zeker weten. Wat is er beter dan een brandende haard tijdens de koude wintermaanden?' Ik probeer zoveel mogelijk te klinken als de makelaars bij Huizenjagers.

Zonder dat ik het zie aankomen, prikt ze me in mijn zij. 'En die schattige foto's van jullie gaan mijn verblijf hier ook een stuk gezelliger maken,' plaagt ze.

Wanneer het sneeuwtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu