Schrapend, met voeten sloffend door stof en zand.
Het krast, met ogen vernauwd door stof en zand.
Door dorst gedreven en door honger onthoofd,
vind ik nooit wat mij is beloofd.
Tranen uit de nacht op een onbevlekt canvas.
Doch zij vormen vlekken zonder zichtbaar verdriet.
Snikkend, met handen trillend door klos en kant.
Het steekt, met ogen gespitst op klos en kant.
De koek is op, mijn doek is stuk.
JE LEEST
Gedachtenspinsels
PoetryDe gedachten die ik uit mijn hoofd kon plukken en neerslaan in inkt