One shot voor Nederlands

51 2 0
                                    

Jouw laatste avondmaal


Vroeger hield ik alleen van je ogen. Nu ook van de kraaiepootjes ernaast.  Zoals er in een oud woord als meedogen meer gaat dan in een nieuw. Vroeger was er alleen haast om te hebben wat je had, elke keer weer. Vroeger was er alleen maar nu. Nu is er ook toen. Er is meer om van te houden. Er zijn meer manieren om dat te doen. Zelfs niets doen is er daar één van. Gewoon bij mekaar zitten met een boek. Of niet bij mekaar, in 't cafè om de hoek. Of mekaar een paar dagen niet zien en mekaar missen. Maar altijd mekaar, nu toch al bijna zeven jaar.

-Herman de Coninck

 

Onbewogen staren mijn ogen naar het gedicht, maar mijn hersenen kunnen niet bevatten wat ik nu daadwerkelijk lees. Mijn ogen bedriegen me, net zoals jij dat deed. Het gedicht ketent me in boeien van leugens, net zoals ik in een web van onvolledige waarheden zit. Het gedicht beschrijft niet op de goede manier hoe de liefde werkt. Liefde is een vreselijk sluw virus, iets wat je vanbinnen zo langzaam opvreet dat je niet beseft dat het ook echt gebeurt. En dan, op een moment dat je het niet verwacht, ontpopt het zich. Wordt het zo groot dat je niks anders kan dan er aan toegeven. Pas als je dat merkt, weet je dat het te laat is.

Het sneeuwt.  De witte vlokjes maken hun weg naar beneden alsof het een wedstrijd is. ‘Wie het eerste op de grond ligt, wint!’ Je kan het ze bijna horen zeggen. Sommige halen het niet eens tot de stoep. Blijven liggen op takken, op jassen van de mensen die als mieren door de winkelstraten kruipen voor de laatste inkopen.  Ik weet nog hoe het was met jou. We spraken altijd af niks voor elkaar te kopen, maar dan kwamen we beide toch met een cadeautje aanzetten. Niks groots, geen 14-karaats gouden ring, enkel een klein cadeautje vol met liefde. Of, zo leek het. Weer een van de vele leugens die je me achteloos vertelde. Ik heb je maar één leugen verteld. Eén. Voor vanavond.

‘Kom je bij mij kerstdiner eten? Ik zal kip maken, daar houd je toch zo van? Het wordt heel gezellig, dat weet ik zeker.’ De woorden rolden gemakkelijk over mijn tong. Was dat ook voor jou zo? Ik weet zeker dat je genoot van het gemak van het liegen, in tegenstelling tot ik. Meer leugens aan je vertellen ben ik ook niet van plan. Het zal na vanavond niet meer nodig zijn. Het is je laatste avondmaal.

Alles is perfect gedekt. Een roodfluwelen kleed siert de tafel, er liggen borden en bestek voor twee personen en de vele kaarsen baden de ruimte in een lichtgele gloed. Het is bijna perfect. Bijna.

Als het schrille geluid van de bel mijn oren bereikt, loop ik toch ietwat zenuwachtig naar de deur en open deze. En daar sta je. Je ogen zijn zo bekend, met de goudbruine spikkeltjes die verdwalen in het groen van je pupil. De ogen waar ik zo vaak in verdronken ben. En je lippen, je volmaakte lippen, die ik zo vaak gekust heb. En die ik nooit meer zal kussen.

Het zal de laatste keer zijn dat ik je zie. Het zal de laatste keer zijn dat je mij ziet.  Het zal de laatste keer zien dat je eet. Je laatste avondmaal. ‘Goed dat je er bent. Het eten staat al klaar,’ zeg ik tegen je, terwijl ik de hand vastpak die ik liever meteen loslaat en je naar de tafel leid. Je neemt plaats, ik haal de kip en verlekkerd staar je naar de bruine, volbakken kleur van het eten dat straks in je mond gaat verdwijnen.

We eten, we praten, zoals vroeger. Voor even lijkt het alsof je nooit gelogen hebt, alsof je de sleutel van waarheden hebt om mij te bevrijden. Ik weet echter dat het niet zo is, ik weet dat je diep van binnen bedenkt hoe je me weer om je vinger kan winden zoals je altijd al hebt gedaan. We zingen kerstliedjes bij de boom. De laatste liedjes die je ooit zal zingen, zing je met mij. Is dat niet ironisch?

Uiteindelijk ben jij degene die voorstelt een film te gaan kijken. We weten allebei waar dat op uitloopt. Maar dat is wat je wilt, toch? Daarom laat je me altijd varen in de zee van je onwaarheden, een reis die ik niet alleen aankan. Enkel omdat je bepaalde dingen wilt die niet op mijn verlanglijstje staan.

Toch ga ik op je aanbod in, omdat ik weet dat dit misschien mijn enige kans is. Het moet in één keer goed gaan.

En daar zitten we dan. Ik, die weet wat je allemaal in je schild voert, en jij, onschuldig en eigenwijs, niet doorhebbend dat je jezelf naar je eigen afgrond leidt. De kerstfilm start, maar jij besteedt er nu al geen aandacht aan. Langzaam, hoe graag je ook haast wilt maken, buig je je naar me toe en raken je bekende lippen de mijne. Terwijl mijn ene hand naar je nek glijdt en mijn lippen de jouwe kussen, tast mijn andere hand naar het bekende voorwerp in mijn zak. Zo onopvallend als dat ik denk dat het is haal ik het uit de broekzak op mijn kont. De punt van het ijzeren gevaarte gaat naar je rug, maar mijn handen trillen te erg om door te zetten. Jij merkt helemaal niks, zo naïef als je bent. Enkel de kus telt voor jou.

Nog even doorzetten, je bent bijna klaar. Je bent bijna van hem af. Het herhaalt zich als een mantra in mijn hoofd, maar enig nut heeft het niet. Het lukt me niet, ondanks dat het moet. Pas nu begin je er iets van te merken. Je maakt je van me los en staart me met je heldergroene ogen aan. Mijn lip trilt als ik het mes weer naar mezelf trek en terug staar. Je hebt zoveel met me gedaan dat ik het niet meer kan.

 Het lijkt alsof je me elke seconde weer gevangen houdt en ervoor zorgt dat ik niks kan doen. Met weet van jouw bestaan kan ik echter niet leven. Er is maar één andere manier om de pijn die jij me achteloos bezorgde te laten verdwijnen. Voor je ook maar een woord kan zeggen twijfel ik niet langer en steek de punt van het mes in mijn borst.

Het was niet jouw, maar mijn laatste avondmaal.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Jan 13, 2015 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

One shotsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu