Ik lig op zijn borst en ben gelukkig. Voor het eerst in tien jaar ken ik het gevoel van geluk weer. Maar wat mij in leven heeft gehouden, verpest nu mijn geluk. Want ik voel het wanneer er iets op mij afkomt. En dus ook nu.
'Er komt iets aan.' Fluister ik zachtjes tegen hem. We komen heel stil overeind en pakken onze spullen bij elkaar. Ik geef het zwaard van mijn vader aan hem en pak het mijne stevig vast. Voetstappen worden steeds luider en ik hoor stemmen schreeuwen. Aan het gerinkel te horen zijn de mannen gewapend.
'Meneer, hoort u ons? Meneer?' Een man steekt zijn hoofd om de hoek en krijgt volgens mij bijna een hartverzakking als hij ons ziet staan.
'Oh meneer ik ben zo enorm blij dat ik u gevonden heb, we zijn dagen naar u op zoek geweest! We vreesden dat de heks u misschien had gedood maar..... is dat haar?' Hij kijkt vol afschuw naar mij. Ik wil net een gevat antwoord geven als er al voor mij geantwoord wordt.
'Ja dat is haar. En u, oom, heeft heel wat uit te leggen. Zij staat onder mijn bescherming en ze blijft bij mij. We gaan naar mijn jachthut in de oosterse kreupelbossen en ik neem u en 9 anderen mee. U zorgt ervoor dat er genoeg paarden voor ons klaarstaan en dat er proviand aanwezig is. En zeg tegen de anderen dat zodra er ook maar één vuile blik op haar geworpen wordt, of één verkeerd woord wordt gezegd, ik diegene eigenhandig zijn ballen afhak en in zijn mond prop. En nu ingerukt.' De oudere man stamelt en wordt helemaal rood.
'Ja meneer. Goed meneer. Fijn u weer te zien.' En de man liep weg. Hier sprak iemand die ik niet ken, zo heb ik hem nog nooit gehoord. Zijn vader heeft hem veranderd... Maar misschien is een beetje hardhandigheid wel goed, toch?
__________________________________________________________________________________
Ik rijd op mijn zwarte fries en ze rijd naast mij op een bruine ros. In het daglicht ziet ze er nog magerder en vermoeider uit. God wat heb ik haar aangedaan. Ik weet dat ik er niks aan kon doen maar toch. Schuldgevoel is niet makkelijk om vanaf te komen. Ik kijk al bijna de hele rit naar haar. Haar bruine haren die tot haar schouders komen, de groene ogen omringd door lange donkere wimpers, haar kleine neus en zachte lippen. Maar ze zit ergens mee. Ze heeft nog geen woord tegen mij gezegd behalve het noodzakelijke en ze kijkt absoluut niet naar mijn mannen. 10 inclusief mijn oom heb ik meegenomen, en dat moet genoeg zijn voor eventuele bedreigingen, maar die verwacht ik niet. Ik ben de regeerder over de Westelijke wereld en mijn drie neven besturen Oost, Noord en Zuid. Het weer hier is fris, en wisselvallig. De mensen hebben redelijke welvaart -het zuiden is het rijkst en dicht bevolkt en het noorden het dunst bevolkt- en er zijn bijna geen opstanden. De toekomst ziet er goed uit.
JE LEEST
Finally
AdventureHet is voorbij. Hij heeft me, ik kan geen kant meer op. Jarenlang ben ik gevlucht, en met een beetje geluk en hulp lukte het me steeds. Maar ja, ooit moet de laatste keer zijn. Mijn laatste toevluchtstoord is een opslagkast van vier bij vier met een...