We lopen naar een huis. We mogen naar binnen en iedereen van onze rij gaan nu naar binnen. Het is donker binnen. Maar gelukkig laten ze de deur open. Er staat een man bij de deur. Zo te zien mogen we niet meer naar buiten. Ik voel even aan de bobbel onder mijn jurk. Gelukkig is Aaf veilig bij mij. Ik pak mama's hand vast. Opnieuw zie ik dat ze huilt. Ik houd er niet meer van dat mama zoveel huilt. Vind ze het niet fijn dat we vanaf nu met meerdere mensen reizen? Ik vind het leuk. Kan ik met andere meisjes praten.