Hoofdstuk 16
Ze waren naar buiten gegaan om daar met hun wapens te oefenen. Ariane ging bij de boogschietbaan staan en de jongens bij een rij met grote, met hooi gevulde, zakken in de vorm van een mens. ‘Ik begin met Ariane, dames gaan voor hè jongens?’ zei Fotiári en de jongens klikten instemmend. ‘Je pakt het hout goed vast met je… Wacht met welke hand schrijf je?’ vroeg Fotiári. ‘Rechts’ antwoorde Ariane. ‘Oké, je pakt het houd goed vast met je linkerhand, met je rechterhand pak je een pijl en je legt die op de pees zodat hij goed strak op de pees en tegen het hout aan zit. Dan trek je de pijl bij het uiteinde naar achter, je kijkt de afstand. Per 10 meter een centimeter naar achteren. En je laat los’ legde Fotiári uit en ze deed het voor met een denkbeeldige boog. Ariane deed de stappen na en keek goed naar de roos. Ze schatte de afstand op zo’n vijf meter en ze haalde de pees naar achteren. Ze liet de pijl los en hij kwam terecht in de 4de lijn vanaf de buitenkant. Ze liet de pees voorzichtig los en die bewoog weer naar zijn oorspronkelijke positie. ‘Goed gedaan voor de eerste keer. Je gaat hier mee oefenen en als je zeker weet dat de boog jou wapen is, maken we een betere voor je’ zei Fotiári en Ariane knikte en ze begon te oefenen. Fotiári liep naar de jongens toe en sprak Conrad aan: ‘Je houd je hamer al goed vast, maar het is handiger als je hem wat strakker vasthoud, dan heb je meer grip’ zei ze en Conrad deed wat ze zei. ‘Goed, Falcao. Dit is een zwaard waarbij je twee handen gebruikt, op de grond is dat handig, maar in het zadel niet. Dus wij moeten jou, als je het zwaard kiest, sowieso een anderhalf zwaard nemen. Dat is een zwaard dat je kan hanteren met een maar ook met twee handen. Je houd het zwaard wel goed vast’ zei Fotiári. Ze pakte een stok en ging voor de jongens staan. Ze zwaaide met de stok van haar linker bovenkant tot haar rechter onderkant. ‘Dit is een linkse snijbeweging, doe dit maar na’ zei ze en ze herhaalde de beweging. Zo gingen de drie door met hun vechtkunst te oefenen.
7.00, Isabel’ en Ariane’ kamer.
Isabel werd geeuwend wakker. Ze keek naar rechts en daar stond Ariane’s bed met op het nachtkastje haar kersenbloesem. ‘Waar is Ariane?’ zei ze geeuwend. En net op dat moment ging de deur open en kwam Ariane binnen met een pijl en boog. ‘Hé voorzichtig!’ riep Isabel. ‘Rustig maar, ik leer vechtkunst’ zei Ariane. ‘Dus jij gaat s’ ochtends vroeg weg om te leren vechten?’ vroeg Isabel. ‘Nee, nee. Je begrijpt het verkeerd. Ze maken ons klaar voor de “queeste” als je het zo wilt noemen. Ze geven ons extra training, vechtkunst, wapenkunst, snel zwemmen, paardrijden en kruiden herkennen’ legde ze uit. ‘Ho, wacht? Jij mag paardrijden en ik niet!?’ zei Isabel boos. ‘Rustig, ik neem je wel eens mee naar Scarlet, mijn paard, daar mag je dan wel eens op rijden’ zei ze. ‘Oké, kleed je maar eens aan want je look is… ielll’ zei Isabel. ‘Nou bedankt!’ zei Ariane. Ze liep naar haar kast en haalde daar schoon ondergoed, een paarse met blauwe jurk en haar potje met houtskool en liep ermee naar de badkamer. ‘Wat doe je met die houtskool?’ vroeg Isabel. ‘Dat zie je zo wel’ riep Ariane van de badkamer en ze deed de deur op slot. Ze deed haar kleren uit, waste zich even en deed toen haar kleren aan. Het was een kniehoog jurkje en ze paste hem goed. Isabel en zij hadden na school wat geshopt. ‘Jammer dat ik hier geen ketting heb. Die zandloper is te gevaarlijk’ mompelde ze. Ze deed haar haar krullend en deed de houtskool op. Ze keek in de spiegel en ze vond dat ze er wel goed genoeg uitzag. Ze waste de houtskool van haar handen en liep de deur uit. Isabel zat zich nog om te kleden. ‘Oh sorry’ zei Ariane vlug en ze wilde de badkamer weer in lopen. ‘Het is goed, ik ben toch bijna klaar’ zei Isabel zonder om te draaien. Ze deed een rood-oranje gala-achtige jurk aan. ‘Zie ik er wel goed genoeg uit?’ vroeg Isabel en ze draaide om. ‘Je ziet er geweldig uit!’ riep Ariane met open mond uit. ‘Bedankt jij ook! Maar wat zit er op je ogen! Het ziet er echt heel mooi uit’ schreeuwde Isabel bijna. ‘Die houtskool, ik heb een trucje. Wil je ook?’ vroeg ze. ‘Ja graag!’ zei ze en Ariane deed de houtskool bij Isabel op. ‘Kijk maar in de spiegel, je lijkt wel een of andere vuurgodin nu!’ zei Ariane blij. Isabel rende naar de badkamer en bewonderde zichzelf. ‘Wow! Bedankt Ari!’ riep ze blij uit. ‘Ben je verliefd, want nu maak je echt geen betere kans?’ vroeg Ariane. ‘Nah…. Niet echt. We zullen wel eens zien, hè?’ zei Isabel met een glimlach.
8.30, Geschiedenis, lokaal 49
Isabel en Ariane liepen samen het lokaal binnen, ze hadden al heel wat verbaasde blikken gekregen. Maar daar waren ze juist wel blij mee. Falcao zat weer naast Liv. ‘Hij zit weer naast haar. Ik snap wel dat we nog niet “officieel” zijn maar….’ dacht ze en ze liep naar Falcao toe. ‘Hai, hoe ging het met…. Je weet wel’ zei ze tegen Falcao. ‘Oh, dat ja. Dat ging niet zo goed, ik denk dat ik het moet veranderen’ zei Falcao. ‘Waar hebben jullie het over?’ vroeg Liv. ‘Oh niks. Veel succes dadelijk. De allereerste les waar we echt geschiedenis gaan “leren”’ lachte ze en Liv deed mee. ‘Ja die Edmund is best wel een geschiedenisfreak’ lachte Liv. ‘Ik ga maar eens zitten’ zei Ariane en ze liep naar Isabel. ‘Wat denk je dat hij ons gaat leren?’ vroeg Isabel. Ariane pakte haar aantekeningenschrift en geschiedenisboek. ‘Ik denk het eerste wat er is gebeurd, Marlon en zo’ antwoorde Ariane terwijl ze haar boek opende en haar schrift ernaast legde. ‘Wat doe je met dat schrift?’ vroeg Isabel nieuwsgierig. ‘De belangrijkste dingen die hij verteld opschrijven. Misschien kan ik het gebruiken op de reis’ zei ze. ‘Oh slim idee’ zei Isabel en ze pakte ook haar uitgave van “Marlonische geschiedenis”. Een boek geschreven door Marlon zelf en later bijgewerkt door professionals. ‘Zouden we bij biologie ook dingen krijgen over draken?’ vroeg Ariane. ‘Ik weet niet, als er ergens anders geen draken leven zou Phasera wel de laatste kunnen zijn’ zei Isabel. Ariane schrok. ‘Maar wat dan over Drakàth Lûgh? Daar leven toch draken?’ vroeg ze. ‘Geloof jij in Drakath Lûgh? Niemand heeft ooit kunnen bewijzen dat dat bestaat’ gniffelde Isabel. ‘Ze moeten toch ergens vandaan komen’ zei Ariane. ‘Ja klopt maar….’ Isabel werd onderbroken door hun leraar Edmund Ors. ‘Stilte! We gaan beginnen met de eerste echte les. Open jullie boeken op pagina 11 alsjeblieft’ zei de man. De kinderen begonnen hun boeken te openen. ‘Oké, wie wil het stukje lezen over Marlon en hoe de wereld is ontstaan?’ zei hij en Isabel stak haar vinger meteen op. ‘Ja, mevrouw Araëi, ga u gang’ zei de man en Isabel begon te lezen: ‘Volgens sommige geleerden is de wereld onstaan door kometen. Er zouden 3 kometen tegen elkaar gebotst zijn die samen onze planeet maakten. Uit die kometen zouden water en bacteriën gekomen zijn, die steeds evolueerden in grotere wezens. Uiteindelijk kwam er de mens: Marlon. Marlon zou later de draken en alle oer-wezens geschapen hebben’ las Isabel voor. ‘Goed, dus wat belangrijk is aan deze tekst,’ begon Ors terwijl Ariane begon op te schrijven ‘Is dat Marlon de 1e mens was en dat hij de “oer-wezens” zoals we ze noemen, heeft geschapen. Zoals draken en, die volgens sommige bestaande, elven en dwergen. Wat bent u aan het doen mevrouw Eranei?’ Ariane schrok op. ‘I-ik ehm… ik schrijf de belangrijke dingen op zodat ik die op de reis kan gebruiken’ stotterde Ariane. ‘Die reis, daar heb ik wel wat over gehoord. Ik heb nog wel een pocketeditie van een door mij geschreven boek. Daar staan alleen de belangrijkste dingen in, je zal wel wat dingen kunnen missen, maar dat boek is te zwaar om mee te sjouwen’ zei Edmund en hij knikte naar Ariane’s lesboek. ‘B-bedankt meneer’ zei Ariane.
14.20, Oud-Rhyleaans, lokaal 68
‘Ers liaen menis Lurne’ zei een jonge getinte man. ‘Oftewel, weet iemand dat?’ vroeg hij. ‘Ik ben meneer Lurne’ antwoorde Ariane. ‘Goed zo, ik begreep van Acnash dat jullie dit moeten leren?’ vroeg hij. ‘Ja, hoezo?’ zei Ariane. ‘Omdat je pas oud-Rhyleaans kan nemen in je derde leerjaar’ zei meneer Lurne. ‘Oh… ik hoop dat wij drie een uitzondering zijn?’ vroeg Ariane en ze wees naar Falcao en Conrad. ‘Ja tuurlijk, ik ben blij dat ik “de drie” les mag geven’ zei de man. ‘De Oud-Rhyleaanse taal is gebruikt in de eeuw van tovenaars. Oftewel Marlons tijd. Maar later gebruikte we Modern-Rhyleaanse of de gemeenschappelijke taal. Volgens mij is de Oud-Rhyleaanse taal een beter, mooier en meer sjiek’ legde mr. Lurne uit. ‘Als je je voor wilt stellen zeg je dus “Ers liaen” en dan je naam. Ga je nu maar aan elkaar voorstellen’ zei mr. Lune en iedereen begon dat te doen. ‘Ers liaen Ariane, ricún liaen kai?’ zei Ariane en Falcao keek haar raar aan. ‘Ik ben Ariane, wie ben jij?’ legde ze uit. ‘Oh, ers liaen Falcao. Het is oneerlijk dat jij dit al zo goed kan!’ zei Falcao. ‘Mhahaha lekker voor je’ lachte Ariane. Falcao keek nep-verdrietig. ‘Flauwerik!’ zei hij met een pruillip. ‘Sorry. Maar nu moeten we opletten’ zei Ariane.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
P.S. Willen jullie alsjeblieft een vote plaatsen? (Op het kleine sterretje klikken)Het is maar een kleine moeite en het zou mij heel erg helpen om dit verhaal bekender te krijgen!
Alvast bedankt,
thijskersten9
