Chapter 3

10 0 0
                                    

Langzaam zie ik weer licht in mijn ogen komen. Jesus wat een hoofdpijn, vast van die wodka. Ik kom weer bij en besef me wat er is gebeurd. Ik ben meteen klaar wakker en merk dat mijn handen en voeten zijn vastgebonden met heel sterk touw aan een stoel. Om me heen is het donker, maar er schijnt een felle zonnestraal door een klein raampje boven me op mij. Ik probeer los te komen maar ik merk als snel dat dat geen zin heeft. 

Ik hoor voetstappen op me af komen. Recht voor me ongeveer 5 meter van me af, staat in de schaduw een donker wazig figuur. Twee gele fellen ogen staren me aan, dat is degene die me heeft ontvoerd. 'wie ben jij' zeg ik met een stem waarmee ik laat merken dat ik niet bang ben. 'Noem me Revon' zegt het wazige figuur. 'jij bent zeker de gene die het deel van ons leger heeft omgelegd of niet?' zeg ik. 'ja'. 'waarom dood je mij dan niet gelijk?' vraag ik. Er valt een stilte en ik krijg geen antwoord. 'laat je gezicht zien' zeg ik dan uiteindelijk. Het wazige figuur stapt naar voren in het ligt en kijkt me recht in mijn ogen aan. Het eerste dat me opvalt is al het bloed op zijn witte shirt. Damn hij is best wel knap als ik eerlijk ben. Diep raven zwart haar en zit een beetje door de war. Fellen gele ogen als een wolf. Langzaam komt hij dichterbij. Hij bukt en fluistert iets in mijn oor. 'voor deze ene keer'  hij haalt een mes tevoorschijn, mijn hart gaat sneller te keer maar ik laat geen angst in mijn gezicht zien. Maar dan snijdt hij in plaats van mijn keel het touw door waarmee ik vastgebonden zit.

Revon verdwijnt weer in de donkeren schaduw. Ik sta op en loop achter hem aan. Ik zie hem een kamer in lopen, ik twijfel even of ik erachter aan ga of niet. Ik ben toch wel een beetje nieuwsgierig en besluit de kamer in te gaan. Ik zie niemand in de kamer staan, maar dan hoor ik achter me de deur met een klap dichtvallen. Ik voel twee handen die van achteren me heupen vastpakken. Op een of anderen manier voelt wel fijn en vertrouwelijk. Ik draai me om en Revon staat voor me, zoals ik al had verwacht. 

Hij drukt voorzichtig zijn lippen tegen de mijne, het voelt fout want ik ken hem geen eens. Ik duw hem van me af, "wtf doe je" zeg ik. "sorry, ik zie aan je dat je het lekker vindt", hij heeft wel gelijk i guess... "ik ken je geen eens, en je bent de vijand!". Ik ren de kamer uit maar dan bots ik tegen Revon z'n borst aan. "niet zo snel jij" zegt hij en duwt me weer terug de kamer in. Hij duwt me tegen de muur aan en drukt z'n lippen weer op de mijne. Hij bijt heel zacht in mijn onderlip, vragend om toegang, die geef ik en ik weet niet waarom maar ik voel me veilig bij Revon ook al ken ik hem nauwelijks. De zoen wordt ruwer, hij tilt me op en legt me op het bed. Revon gaat op me liggen en begint kleine kusjes in mijn nek te drukken, "is dit oké?" vraagt hij lief. "ja, maar ik ken je nauwelijks en je weet geen eens mijn naam" zeg ik, "Laren is je naam", "Hoe weet je dat?" vraag ik verbaast. "ik kan mensen hun ziel lezen", woah. "als je wilt dat ik stop zeg het maar oké?" zegt hij, ik knik. Hij gaat weer door met kusjes geven in mijn nek, zijn lippen voelen zo zacht aan. Hij begint er zachtjes te zuigen en een beetje te likken. Hij stopt en blaast een beetje op de zuigzoen. Damn dat voelt goed, een zachte kreun verlaat mijn mond en dat ik het teken voor Revon om door te gaan. Hij drukt kleine kusjes op mijn kaaklijn en stopt bij de hoek van mijn mond. Hij kijkt me aan met zijn fel gele ogen, ik slik en kijk hem aan. Zijn hoofd komt langzaam dichterbij. Na een paar seconden voel ik zijn lippen op die van mij. Ik sluit mijn ogen. Meteen doe ik mee met zijn zachte lippen. Hij bijt heel zachtjes in mijn onderlip, vragend om toegang, die ik maar al te graag geef. Mijn mond gaat open en niet veel later heeft zijn tong de mijne gevonden. Na een tijdje realiseerde ik pas waar ik mee bezig ben, alle anderen krijgers zullen nu wel bezorgt naar me aan het zoeken zijn. Ik duw hem van me af, "deed ik iets verkeerd" zegt Revon een beetje verbaast. "nee, sorry ik..-". "het is oké" zegt hij lief. "Alle anderen krijgers zijn nu waarschijnlijk naar me op zoek" zeg ik stamelend. "weet ik, sorry ik had je nooit mogen ontvoeren" zegt Revon, "waarom doe je zo lief tegen me?" vraag ik. "je bent gewoon... zo mooi en ik weet ik je kan vertrouwen, ik kan het zien aan je ziel". "hoe heb je die krachten?" vraag ik, ik ben toch wel een beetje nieuwsgierig want tovenaars en heksen zijn heel zeldzaam. "Ik heb meerderen krachten, Zielen lezen, telepathie en mensen pijn laten voelen" zegt Revon, "heb je zo het leger vermoord?" vraag ik een beetje angstig. "ja...". "maar ben je een tovenaar dan?" vraag ik. "nee, ik weet het niet maar ik weet wel zeker dat ik geen tovenaar ben". "kom, ik wil je iets laten zien" zegt Revon en loopt de kamer uit, ik loop achter hem aan. We lopen een enorme trap op helemaal naar het puntje van de toren. Ik krijg een beetje een naar gevoel, straks duwt hij me ervan af. Boven aan de trap is een deur, Revon duwt de deur open en frisse wind stroomt door mijn haren. Ik twijfel even maar ik loop toch door de deur. 


Hier is het dan, het 3de deel. Ik hoop dat je het al een beetje leuk vindt worden. Het volgende deel komt zo snel mogelijk weer online! Vergeet niet te stemmen of dit verhaal aan je leeslijst toe te voegen:) Tips en ideeën zijn altijd welkom!!!

WarriorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu