"Ian was het toch?" vraag ik voor de zekerheid en voor hij kan antwoorden val ik bewusteloos.
"Ze slaapt al drie dagen!" hoor ik iemand gefrustreerd roepen. Gaat het over mij? Ik wil mijn ogen openen maar hoe hard ik ook probeer het lukt me niet. Plots pakt iemand m'n hand vast. Het liefst trek ik het weg maar omdat dat niet lukt knijp ik er zacht in als teken dat ik wakker ben. Met een ruk loopt hij weg en toen was ik weer alleen aan het vechten tegen vermoeidheid die me terug het donkere gat in wil sleuren. Na een tijdje hoor ik meerdere voetstappen komen maar dan vervaagt mijn gehoor weer en val ik terug in een diepe slaap.
"Het komt goed..." mompelt iemand waarvan de stem zeer vertrouwt aanvoelt na deze dagen dat ik wie weet waar lig. Ik doe weer alle moeite van de wereld om mijn ogen te openen en het lukt! Verward kijk ik rond. Ik lig niet in het ziekenhuis, maar waar dan wel? "Hey." zegt Ian rustig alsof ik elk moment kan breken. "H-hey?" komt er schor uit mijn keel. Een glimlach komt op zijn gezicht. "Ik ga wat water halen." zegt hij iets luider als net. Ik knik maar als antwoord en hij snelt de kamer uit.
Ik probeer recht te gaan zitten maar er schieten pijnscheuten door heel mijn lichaam. Uiteindelijk lukt het en kan ik de kamer beter bekijken. Ik lig op een tweepersoons voor me staat een houten kast en dan is er nog een raam aan de linkerkant met uitzicht op een prachtige weide met veel verschillende bloemen. Naast het raam staat er een stoel en dat is alles wat er te vinden is in deze kamer.
Ian kucht en ik draai me met een ruk om wat niet zo slim was want de pijn giert weer door m'n lichaam. "Sorry." mompelt hij terwijl hij me beter recht komt zetten en me het glas aangeeft. Nadat ik het glas gulzig heb opgedronken kijk ik naar Ian. "Waar ben ik?" is de eerste vraag dat ik stel. "In mijn huis." is zijn antwoord. "Wat is er gebeurd?" vraag ik dan maar. Je botste tegen me aan en viel toen met je hoofd tegen iets aan. Je kwam redelijk snel terug recht maar toen viel je bewusteloos. Ik besloot dat ik je niet achter kon laten en bracht je naar hier en ja je hebt hier nu al een week gelegen." Ik schrik. "Een week? Weten mijn ouders waar ik ben?" ik verlies bijna de controle over mijn lichaam en wil het uitschreeuwen maar ik ben te moe. Ik geeuw dus en leg me moeilijk terug neer. "Nee ik weet je naam ook nog niet." zegt hij beschaamd terwijl hij ongemakkelijk over zijn hoofd wrijft. "mmh" is mijn antwoord en dan val ik in slaap.