Je gaf me een knuffel en zei gedag. Je liep weg met de slagroom in je haren.
En als ik had geweten dat je niet meer zou komen. Dat ik je haren niet meer boven de ruit zou zien. Dat ik je vrolijke lach niet meer zou horen. Dat ik de twinkeling in je ogen nooit meer zou zien.
Dan had ik je nooit laten gaan.
JE LEEST
Jij stond aan de overkant (Voltooid)(Dutch)
NouvellesTerwijl jij aan de overkant stond, keek ik naar jou vanaf de andere kant van de straat.