Hoofdstuk 1

16 1 0
                                    

P.o.v  C.O.V

Ik kijk op van mijn werk als er op de deur wordt geklopt. De papieren voor me staan vol met dingen die ik moet bekijken, het zou zogenaamd helpen met het plan uit te voeren. Alsof ik niet weet hoe ik ze moet uitschakelen; ik heb immers ruim drie jaar met de goede kant samengewerkt. En dan komen die mensen van C.O.V en denken ze dat ze alles opeens beter weten als ik? Ha, in hun dromen.

Ik wrijf over mijn voorhoofd en zucht. ''Kom binnen!'' Roep ik vermoeid. Een tengere vrouw met dun, blond haar opent de deur en komt voorzichtig naar binnen lopen. Ze laat het niet merken, maar ik zie aan haar ogen dat ze doodsbang is. Logisch, aangezien ik drie jaar lang haar collega's heb uitgeschakeld, totdat ik ermee stopte en me aansluit bij de C.O.V, de 'slechte kant', zoals mijn oude werkgevers ze graag noemde. Ik vind dat we mensen niet moeten verdelen in kanten door waarin ze geloven, of wat ze willen. Ik was het eigenlijk nooit mee eens met hun, en nu voel ik me veel beter op mijn gemak. De goede kant- of moet ik zeggen, De Organisatie- verdeelde alles in goed en slecht, in mensen die wel mogen doen waar ze voor streven en mensen die dat niet mogen.

Ik kijk verstoord op als de vrouw haar keel schraapt, en daarmee mijn gedachtes onderbreekt. ''Mevrouw, Christian verzoekt uw aanwezigheid in zijn kantoor,'' Zegt ze. Volgens mij heette ze Stella, de secretaresse van mijn huidige baas- of moet ik zeggen, mijn werkpartner- Christian. Voor mensen die ons niet persoonlijk kennen lijkt het vast alsof ik voor hem werk, maar het zit anders. Christian leidt deze organisatie, en hij en ik hebben een zakelijke afspraak om een gezamelijk doel te bereiken; de Organisatie uit te schakelen en wraak nemen voor wat ze ons hebben aangedaan. Christian kan mij geen bevelen geven, omdat ik niet voor hem werk. We hebben afgesproken elkaar te helpen en te ondersteunen als het moeilijk is. Al is het meestal ik die hun help, de slappelingen.

Stella schraapt haar keel en ik geef haar een dodelijke blik. ''Zei je wat?'' Zeg ik. Mijn toon is aardig maar toch ligt er een gevaarlijke ondertoon in, eentje die blijkbaar de mensen hier van schrik achteruit doet deinsen. De secretaresse verbleekt en doet wankelend een stapje achteruit. ''I- Ik z-zei ni-niets, m- m-mevrouw,'' Stamelt de vrouw. Ik trek een wenkbrauw op en ze trekt nog bleker weg. Omdat ze waarschijnlijk flauw gaat vallen als ze nog langer in mijn bijzijn is stuur ik haar weg door met mijn hand te wapperen. Ze rent haast de kamer uit en ik zucht; waarschijnlijk moet ik wel naar Christian toe, aangezien we nog het plan moeten overleggen. De stapel met papier die net nog op mijn bureau lag gooi ik in de vuilnisbak, om ze vervolgens met mijn element te verbranden. Ik ga er toch niet meer naar kijken.

Mijn hakken klikken op de vloer als ik door de hal loop. Het gebouw waar we ons in bevinden is best groot, en heeft acht verdiepingen. De wanden zijn voornamelijk gemaakt van glas zodat er goed uitzicht is over de stad; een van de weinige die over is. Het was niet iets groots, we gingen alleen met een groepje van stad naar stad, op zoek naar element beheersers. De meeste woonde in de stad om niet te veel op te vallen. Ze hoopte dat we ze niet konden vinden, maar daar zaten ze mis. Elk kreeg een eerlijke keus; sluit je aan bij ons, of sterf. Zoals je misschien al door hebt, ze kozen verkeerd. Het is niet alsof ze kozen om te sterven, het was meer als: 'Alstublieft vermoord me niet, ik heb een gezin!' En dan weer een van ons: 'Sluit je je bij ons aan?' De element beheerser antwoordde met het gebruikelijke nee, en doordat we zo lang moesten wachten op het antwoord werden de meeste leden van C.O.V zo geïrriteerd dat huizen, en uiteindelijk ook steden slachtoffers werden van hun woede. En zoals je misschien al door hebt, die kwamen er niet goed uit. Het boeit me niet echt wat ze doen, zolang als er nog maar iets overblijft als we straks De Organisatie hebben uitgeschakeld. Dan kan ik nog over iets heersen, begrijp je?

Ik passeer een van de bewakers van Christian en hij knikt naar me. De C.O.V weet dat ik ze niets ga aandoen, alleen sommige leden zijn nog steeds bang voor me ondanks dat. Dan krijg je gevalletjes zoals Stella, die bijna flauwvallen als ik maar iets tegen ze zeg. Maar dat klinkt niet als mijn probleem, dus het boeit me niet echt. Als ik eindelijk bij Christians kantoor ben open ik de deur zonder ook maar te kloppen. ''Wat is je kantoor toch weer lekker ver weg,'' Zeg ik sarcastisch. Christian zit schuin in de zwart leren bureaustoel, zijn beide benen over de rechter armleuning heen. ''Ik heb je het kantoor hiernaast al is aangeboden, maar jij weigert telkens,'' Zegt hij met een grijns. Ik trek een wenkbrauw op. ''En dan constant lastig worden gevallen door jou die mijn plannen wilt zien? Nee dankje, dan loop ik nog liever deze lange afstand.''

De elementbeheerser: Het verraadWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu