P.o.v Cecilia
Het meisje dat de simulatie ging doen was meteen na het eerste krat al gezien door de virtuele bewakers. De volgende agent, een ander meisje waarmee ik samen les heb gevolgd, was halverwege de loods ook al gespot. Ben ik dan echt de enige van de nieuwe agenten die deze simulatie bijna heeft gehaald? Vraag ik mezelf af. Nee, dat kan niet. Toch? Verbaasd leg ik de afstandsbediening terug op de tafel en open de deur naar de kamer waarin de simulatie bestuurt word. Mijn broer zet net zijn koptelefoon af en ook de rest van de mensen lijkt klaar te zijn met zijn of haar werk. ''Oh, hoi Cecilia,'' Zegt Cassian. Ik glimlach. ''Hoi Cassian. Je hebt het goed gedaan vandaag.'' Mijn broer glimlacht terug naar me. ''Dankjewel.''
Ik schrik door Valerio die opeens achter me gaat staan. ''Boe!'' Hij en mijn broer krijgen de slappe lach en ik moet zelf ook moeite doen om mijn lach in te houden. Nadat we bij de simulaties geweest zijn hebben we nog wat vrije tijd gehad omdat de mensen die normaal gesproken training geven momenteel in een belangrijke vergadering zitten. Die tijd heb ik besteed met Cassian en zijn vrienden, aangezien ik die zelf niet echt heb. Natuurlijk, er zijn mensen met wie ik goed om kan gaan, maar die mensen noem ik nou niet bepaald 'vrienden'.
Mijn gedachten worden ruw onderbroken door een groepje agenten die geschrokken naar adem happen. Op dit moment bevinden we ons in het cafetaria samen met waarschijnlijk iedereen die niet in die vergadering zit. Geruchten gaan rond over dat er iets goed mis is en dat onze leiders daarom zo vaak in vergaderingen zitten. Ikzelf geloof er niets van; geruchten zijn niet echt mijn ding. Zonder enige eetlust prik ik met de vork in mijn eten. Ik geloof dan niet ik geruchten, maar ik geloof wel dat er iets slechts aan de hand is. Lucian keek heel erg bezorgd toen Angel hem vertelde dat hij met haar mee moest naar de leider, en dat heeft zonder twijfel een oorzaak. Onze leider is namelijk best wel druk met het regelen van de beveiliging van onze basis tegen de C.O.V. Natuurlijk, als ik nu naar buiten zou gaan en rond zou kijken zou het precies eruitzien als iedere ander dorpje tegenwoordig; kapotte huizen, een oude hal die op instorten staat, en wat mensen die buiten rondlopen. Maar in werkelijkheid zit het er onder de vallen die 24/7 op scherp staan. Iedereen zou in paniek gaan als je opeens word opgeroepen door de leider. Ik staar naar de tafel terwijl ik nadenk over waar ze het over kunnen hebben in zo'n vergadering. De C.O.V die aan heeft gevallen, nog een vermiste agent. Ik hoop heel erg dat het niet over de laatste gaat, want dat zou niet zo heel erg goede gevolgen hebben. We hebben al weinig mensen in vergelijking met de vijand. Maar bovenop dat, het betekent nog een gezin zonder moeder of vader. Nog een familie waarin iemand opeens verdwijnt. Ik ken het gevoel omdat ik mijn ouders ben verloren, en het is alles behalve leuk.
''Help me!'' Ik schrik en kijk de cafetaria rond. Niets van wat ik zie wijst op een persoon die hulp nodig heeft. ''Help!'' Klinkt er dan weer. Ik sta op van mijn plek en zie dan een meisje komen aanrennen. Haar lange, bruine haar zit vol met klitten en het grootste gedeelte van haar broek ligt aan flarden. Haar pupillen zijn gigantisch en zweet parelt op haar voorhoofd. Bij de aanblik van het meisje valt iedereen stil. ''Help!'' Roept ze weer. Ik twijfel geen seconde en ren naar haar toe. ''Wat is er gebeurt?'' Vraag ik met een vleugje paniek in mijn stem. Stel je voor, straks zegt ze dat de C.O.V op het punt staat hier binnen te vallen. Alle leiders zijn in die vergadering, dus niemand kan ons raadgeven over wat we moeten doen. Het word een grote chaos. ''De... De C.O.V....'' Mijn hart zakt naar mijn voeten. Ik maakte net een grapje over dat ze komen binnenvallen, maar ik had niet verwacht dat het ook echt zo zou gebeuren. ''Ze....Ze hebben ons overvallen. Mij en mijn mentor.'' Het meisje ademt heftig en haar borst gaat hevig op en neer. ''Mijn mentor-'' Ze sluit haar ogen en veegt een traan weg. De stilte die er al was voelt nu alleen maar drukkender. Ik leg mijn hand op haar schouder als een stil gebaar van steun, en het lijkt een beetje te helpen. ''De Verrader heeft hem vermoord.'' Zegt ze dan eindelijk. De wereld lijkt stil te staan en het blijft nog een paar seconden stil voor er een gil klinkt, gevolgd door nog vele meer. Ik staar haar aan met grote ogen en met de hand die ik op haar schouder had gelegd knijp ik in haar schouder. Na een paar seconden besef ik wat ik aan het doen ben en schud mijn hoofd om mijn gedachtes weer op een rijtje te krijgen. De Verrader is terug. Na een hele lange tijd is de persoon weer terug. Ik draai me om en zie dat mensen als kippen zonder kop rondlopen. Een meisje rent gillend rond en ik zie een jongen die als bevroren op zijn plek zit, zijn ogen zo groot als schoteltjes. Iets in mij zegt dat ik hetzelfde moet doen, omdat alle hoop verloren is nu De Verrader terug is. Met hun hulp kan de C.O.V ons makkelijk overwinnen en zijn we niets. Stijfjes draai ik me weer om naar het meisje, die zelf ook nog geschokt van de hele situatie naar de toekomstige agenten staart. Deze mensen hier moeten de toekomst zijn, moeten de trainers vervangen. Moeten beter worden als de huidige agenten. We gaan er allemaal aan.
JE LEEST
De elementbeheerser: Het verraad
Fantasía' ''Cecilia,'' Ik word voor de zoveelste keer uit mijn gedachten gehaald en kijk naar mijn broer. Zijn gezicht is verbleekt en hij wijst naar iets achter ons. Met een laatste wantrouwige blik op Cassian kijk ik naar waar hij wijst. Het is haar. Het...