Deel 1: Sophie

1K 19 3
                                    

Ik stop de sleutels in het slot van de voordeur en kijk op mijn horloge: 00:00. "Kut" zeg ik zacht, ik had al een half uur geleden thuis moeten zijn, dit gaat Hans niet leuk vinden. Ik noem hem Hans, niet mijn vader want dat is hij niet, en hij verdient de titel 'papa' niet. Ik doe zo zachtjes mogelijk mijn schoenen uit en sluip naar m'n kamer. Als ik zachtjes de deur dicht doe loop ik naar mijn bed, maar nog voor ik er ben hoor ik voetstappen op de gang. Een koude rilling schiet over m'n rug en ik sta stijf van de angst. De deur gaat open en Hans steekt zijn hoofd om de hoek. "Hallo Sophie," zegt hij kalm. Dit doet hij nou altijd, mij de argwaan geven dat hij het niet erg vindt maar vervolgens... "Hallo," zeg ik zachtjes terug "Hoelaat is het?" vraagt hij nog steeds kalm. "12 uur" zeg ik in dezelfde zachte toon "Dat was niet de afspraak hè?" Hij klinkt nu al wat bozer "Nee" zeg ik terwijl ik mijn ogen dichtknijp. Hij loopt naar me toe en pakt mijn arm stevig beet "Als ik half 12 zeg dan bedoel ik ook half 12, ja?" Hij knijpt nog harder in mijn arm, die nu begint te branden. "Ja" piep ik. "Denk jij dat je een beetje spelletjes met mij kan spelen?" Hij begint nu langzamerhand te schreeuwen. "Nee" zeg ik. "Ik ben helemaal klaar met jou." Hij haalt uit en slaat me keihard op mijn wang. "Au, klootzak" schreeuw ik terwijl ik mijn brandende wang vastheb "Hoe durf je niet naar mij te luisteren?" Hij schreeuwt nu keihard en geeft me nog 3 klappen in mijn gezicht, 2 op mijn wang en 1 stomp op mijn neus. "Stop!" schreeuw ik "Godsamme" Wiie niet horen wilt moet maar voelen" schreeuwt hij gemeen, hij gooit me op de grond en duwt me op mijn buik. Hij draait mijn arm en houdt me tegen uit mijn poging om te ontsnappen "Au! HELP!" schreeuw ik uit. Hij staat op en begint me te schoppen in mijn maag en in mijn rug, dan tegen m'n benen en vervolgens nog 2 keer tegen mijn hoofd. Hij laat me huilend achter in mijn kamer en smijt de deur dicht als hij weg loopt. Ik blijf in dezelfde positie liggen en probeer mijn gehuil zachtjes te houden, als ik hard ga janken komt hij sowieso weer terug. Ik blijf ongeveer 5 minuten in deze houding liggen als ik opeens sirenes in de verte hoor. Sirenes? Ik ben lichtelijk verbaasd. Als ik de sirenes dichterbij hoor komen, lijkt het wel alsof ze bij ons voor de deur stoppen, what the fuck? Ik hoor gebonk op de deur. "POLITIE, OPEN DOEN!" Hoor ik. Vervolgens hoor ik Hans naar mijn kamer toe rennen, hij gooit mijn deur open. "Jij hebt de politie gebeld hè? Vieze vuile trut dat je er bent." Hij loopt weer naar mij toe als ik hoor dat de deur wordt opengebroken, en vervolgens voetstappen op de trap "OP JE KNIEËN, NU!" Er rennen 3 politie agenten met schilden en helmen op naar binnen en een vrouw zonder al die beveiliging. Alle 4 richten ze hun wapens op Hans. Hans loopt dreigend op de mannen af als ze hem in een houdgreep nemen. "Ga jij naar het meisje" hoor ik een politie-agent tegen die vrouwlijke agente zeggen. De vrouw stopt haar wapen weg en loopt naar me toe, ze knielt naast me neer. "Kun je me aankijken?" Hoor ik haar vragen, ik draai voorzichtig mijn hoofd naar haar toe. "S-sophie?" Zegt ze verbaasd, als ik recht in haar ogen kijk. "Oh my god, Fenna" zeg ik verbaasd maar opgelucht. Ze pakt haar telefoon en typt een nummer in, "Hallo, graag medische assistentie op de van hogendorplaan." Ze kijkt me bezorgt aan. Ik kijk in de spiegel die naast me op de grond is gevallen door de klap van de deuren; ik heb een bloedneus en een blauw oog, ik zie rode plekken op mijn gezicht en er zit bloed in mijn haar. Fenna kijkt me nog steeds verbaasd aan. "Sophie," zegt ze weer. "De buren hadden gebeld dat ze geschreeuw hadden gehoort en iemand die om hulp riep." Ik heb te veel pijn om te antwoorden. 'Thank god voor de buren' denk ik opgelucht. "Vanaf nu ben je veilig Soof, echt waar." Ik glimlach voorzichtig ookal geloof ik haar niet helemaal. Opnieuw hoor ik sirenes, "Hier zo!" schreeuwt Fenna naar beneden. Er komen 2 ambulancebroeders binnen met een brancard en Fenna staat op om hun erbij te laten, ze pakken een gasfles en geven me wat lachgas zodat ze me op de brancard kunnen tillen en me zonder pijn de trap af kunnen dragen, vertellen ze me. Ik voel dat Fenna de hele tijd mijn hand vasthoudt. Ik word de ambulance in gereden waar de hele buurt zich inmiddels verzameld heeft. Ik hoor "o's en ach's" als ik naar binnen word gereden. Ik schaam me dood, ik wil niet dat ze me zielig vinden, al die aandacht dat ik niks voor mij. De mannen slaan de deuren van de auto dicht en vervolgens rijden we naar het ziekenhuis.

Moordvrouw: Blue WaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu