Moordvrouw: Blue Water

Deel 2: Bram

"Goeiemorgen." roep ik vrolijk als ik binnenloop. Evert zit achter zijn computer te werken, zijn ogen gefocused op het scherm en zijn vingers glijden snel over het toetsenbord als hij woorden intikt. "Morgen." zegt hij zonder van het scherm op te kijken. "Koffie?" vraag ik. "Lekker." Ik hang mijn jas over mijn bureaustoel heen en loop naar het koffiezetapparaat. "Waar is de rest?" vraag ik als ik de koffie naast Evert neerzet. "Carla zit op haar kantoor en Menno moest naar de tandarts ofzo." "En waar is Fenna?" vraag ik als ik ook aan mijn bureau ga zitten. Evert kijkt op, "Geen idee, eigenlijk." Ik loop met mijn koffie naar Carla's kamer. Ik klop drie keer op de deur als ik een "Binnen." van Carla ontvang. Ik open de deur en loop naar haar bureau waar ze achter zit. "Waar is Fenna?" vraag ik. Carla doet haar bril af en kijkt me aan. "Ze is gisteravond weggeweest voor een oproep is mij verteld. Ik denk dat ze nog thuis is. Hoezo?" "Ik vond het een beetje vaag dat ze er nog niet was." Ik zucht en loop naar het raam "Wat voor een oproep was het?" "Een man had gebeld dat hij en zijn vrouw geschreeuw hadden gehoord bij de buren, het was al laat maar Fenna was er nog, dus is ze erop af gegaan met een AT." Ik knik en loop naar de deur van Carla's kantoor toe. "Maak je maar geen zorgen over haar, ze komt vast binnen een uurtje ofzo." Ik kijk Carla even aan en glimlach en vervolgens loop ik terug naar Evert, hij staat naast zijn bureau en pakt net zijn sleutels. "Ah, daar ben je, kom je mee?" Ik loop naar mijn bureau en trek mijn leren jasje aan over mijn hoodie en ren achter Evert aan naar zijn auto. "Er is een lichaam gevonden in de buurt van de kerk" Ik knik en ga op de passagiersstoel zitten. Evert start de auto en rijdt met sneltreinvaart naar de plaats delict.