Ik zou willen dat iemand mijn trillende lichaam zou willen omarmen met ene paar stevige, vertrouwde armen, die mijn het gevoel zouden geven dat alles om mij heen goed zou komen, dat ik wakker zou worden uit een nare droom, die je je leven lang blijft achtervolgen, maar helaas, het enige wat mijn omarmde was de koude kille wind, die langs mijn behuilde wangen gleed.
Ik voelde een koude rilling voer mijn rug trekken, die ik nog nooit eerder in mijn leven had gevoeld. Ik voelde plots een hand op mijn hoofd. Verschrikt en in 1 ruk keek ik om. Ik keek in de meest verschrikkelijke lege ogen die ik ooit heb gezien. De hand gleed met de koude rilling mee van mijn kruin tot aan mijn schouder. Dit keer legde hij de hand niet op mijn schouder, maar hij kneep erin. Ik voelde hoe de scherpe nagels in mijn schouder drukte, door de stof van mijn trui heen. De trilling kroop nu tot aan mijn tenen. Het gestalte had een soort capuchon om zijn hoofd heen, waardoor ik alleen zijn ogen kon zien. Duistere donkere ogen die ik heel vaag herkende. ‘Wie… wie ben je?’ vroeg ik, met een overslaande toon in mijn stem die me nog kwetsbaarder maakten dan ik al was. ‘Herken je me niet meer?’ zei de stem met een beledigde en tegelijkertijd een verdrietige ondertoon.
JE LEEST
Veraden
Non-FictionStel je voor, als je opeens thuiskomt en het blijkt dat je hele familie is vertrokken? Het huis staat leeg, er is geen levendigheid meer om je heen, en je zit gevangen in je eigen huis, maar ook in je eigen gedachten. Alsof het niet erger kan worden...