** 2 **

25 1 0
                                    

Grijnzend pak ik mijn mobiel, en daar lees ik het laatste berichtje dat ik heb binnen gekregen van mijn telecom bedrijf, dat mijn beltegoed al een aantal weken op is. Fijn, zo kan ik ook geen contact meer leggen vanuit dit huis naar een hulpdienst, als die er überhaupt nog zijn, want ik zit hier al een tijdje.

De ruzie die ik had, is de enige die ik nog kan herinneren, hoe hard ik ook door mijn rondschreeuwende gedachten zoek. Mijn hoofd is nog nooit zo chaotisch geweest, tot het moment dat de dood viel.

 Sinds de dag dat ik bij je graf ben geweest, zag de begraafplaats zag er nog net zo kil uit als de vorige keer, toen ik bij je kwam. Alleen nu was het zo mistig, het leek wel alsof de botten in gas verdwenen terwijl ze nog onder een dikke laag aarde lagen. Grafstenen die zo vergeten waren als de teksten die erop stonden. Daar persten ik de laatste warme, medelevende tranen eruit. Dagen lang heb ik niet gehuild, tot dit moment, alles wat er de laatste tijd vast zat, kwam eruit.

De dagen na de eeuwige dood ben ik weer terug naar school gegaan, maar het leek wel alsof ik een bacterie was die de reputatie van de school opvrat. Mijn ogen waren een bacterie, en mijn stem was een infectie, en mijn adem werd vergeleken met een ziekte waarbij je binnen een paar seconden dood neer kon vallen, zo leek het wel. Iedereen keek me aan alsof ik een vieze ziekte was. Terwijl ik er zelf geen enkel sprankje aan had kunnen veranderen.

Mijn lichaam doet zeer, er zijn veel weg gevaagde littekens, maar ze zijn nooit verbonden net als mijn gedachten, ze zijn er wel, maar ze lopen niet in elkaar door. Je blik keek me aan alsof het een lichtstraal was die van die ene ster aan de hemel. Het verlichten, niet de hele kamer, alleen maar jou blik.

VeradenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu