** 1 **

22 1 0
                                    

Hier zit ik dan, in een huis waar geen levend persoonlijkheid rond hangt, waar er geen liefde heerst, zoals in een gewoon huis met een gewone familie. Maar die gewone familie heb ik niet. Mijn naam is Babs, mijn naam is afgeleid van Babette, maar mijn ouders vonden die naam te simpel, dus is het Babs geworden. 

Genoeg over mijn naam. Ik hoor de schreeuwende beltoon van onze telefoon gaan. Vluchtig ren ik naar dat ouderwetse gele ding, en ik neem op. ‘’Hallo?’’ hoor ik aan de andere kant van de lijn. Ik vraag hoe de persoon aan de ander kant van de lijn heet. ‘’Gaat je niks aan, maakt niks uit en je leven word er niet beter op als je het weet!’’ zegt een schelle valse stem. Lekker vriendelijk, denk ik bij mezelf. Voordat ik iets wil zeggen, hoor ik het gepiep van een beëindigd gesprek door de hoorn gaan. Vast opgehangen denk ik, en ik sta op om naar de koelkast te lopen om zo een beetje drinken te kunnen pakken, maar wat had ik mogen verwachten, de koelkast is leeg, op een vieze beschimmelde groene boterham na. Ik was even vergeten dat ik al een paar weken in een vies muf ruikend huis leef, zonder een levend mens om me heen. De enige levende zielen waar ik contact mee heb gehad deze weken, is met de fruitvliegjes die de lege fruitschaal vullen. 

VeradenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu