Chapter three

224 11 1
                                    

Ed en Alice 17 jaar

'We moeten echt gaan, mijn ouders worden nog ongerust.' Zegt Alice terwijl ze opstaat uit het lange gras. Ze moet eigenlijk nog lang niet naar huis, maar ze houd het niet meer vol. Ze liegt tegen zichzelf. Ze moet het vandaag een keer gaan zeggen, ze stelt het alleen maar uit voor zichzelf. 'Ze weten toch dat je bij mij bent?' Vraagt Ed met een zogenaamd verdrietig gezicht. Alice glimlacht moeizaam, en steekt haar hand naar hem uit. 'Kom.' Zegt ze vastberaden en ze hijst hem omhoog. Ze zijn op ''hun'' plekje, een stille plek aan het meer. Niemand komt er ooit, en het is er supermooi. 'Ed...' Begint ze dan ineens, Ed kijkt haar verwachtingsvol aan. Ze weet niet hoe ze moet zeggen wat ze wil gaan zeggen. Niet als hij zo naar haar kijkt. De afgelopen twee jaar zijn absoluut geweldig geweest, ze zijn zo gelukkig geweest samen. Nog steeds, trouwens. Hij was er altijd voor haar, ook toen haar ouders gingen scheiden en ze niet het leukste gezelschap was. Hij steunde haar, en hij liet haar voelen dat het allemaal wel goed kwam, ook al zat het niet allemaal mee. 'Zo is het leven', had hij gezegd toen haar ouders het haar net hadden verteld. 'Niet alles gaat zoals je het wilt, maar alles komt goed, ik ben er voor je.' Toen had hij haar naar zich toe getrokken en zo hadden ze een hele middag gezeten, zonder verder iets te zeggen. Hij had haar gewoon laten huilen. Zo was zij er ook altijd voor hem geweest. Hij maakte kleine sprongen in de muziekwereld, hij begon bekendheid te krijgen. Ze ging overal mee naartoe: kleine en wat grotere optredens, afspraken met mensen die wat te zeggen hadden in de muziekwereld. Ze hadden allebei druk gehad met hun leven, maar ze maakte altijd tijd vrij voor elkaar. Wat zij hadden gehad was liefde, echte liefde.

Maar ze moest het hier laten stoppen. Het kon niet doorgaan. Gisteren vertelde haar vader dat ze weer terug zouden verhuizen, naar Australië. Over een week al. Haar moeder zou hier blijven . Alice moest het uitmaken met Ed, het kon niet anders. Alleen, ze wist niet hoe. Ze kon niet zeggen waarom ze het zou uitmaken, als ze dat zou doen zou Ed haar proberen haar over te halen het toch te proberen. En dat zou hem lukken. Ze zouden een lange afstandsrelatie hebben, maar na een paar weken of maanden zou het contact verwateren, en dan zou haar gebroken hart nog meer pijn doen. Ze zou het uitmaken, vandaag nog. Alleen, nog niet nu. Ze was er nog niet klaar voor.

Ed kijkt haar nog steeds verwachtingsvol. 'Wat is er?' Vraagt hij. Alice schrikt op uit haar gedachten. Ze kijkt hem even met een waterige glimlach aan, en dan draait ze zich om en loopt ze weg. Gewoon, om het verschrikkelijke moment dat zometeen gaat komen nog even uit te stellen. 'Alice, wacht! Ik pak nog even de spullen.' Hij vouwt het dekentje waar ze op lagen vluchtig op en propt het in de tas. Meestal wacht ze op hem, en pakt ze dan zijn hand om vervolgens samen terug naar huis te lopen. Alleen, nu loopt ze al ver vooruit. Verbaasd trekt hij een wenkbrauw omhoog, wat is er nou ineens met haar aan de hand? Ze doet al de hele middag raar, ze is zo afstandelijk. Zo is ze anders nooit. 'Alice!' Roept Ed, inmiddels is ze al bijna de heuvel waar ze op lagen af. Eindelijk kijkt ze om. Snel rent Ed naar Alice toe, maar voordat hij bij haar is draait ze alweer om en loopt weer door. Verbaasd en geschrokken omdat ze zo doet, stopt hij met rennen. Hij staat daar in het gras, voor zich uit te kijken. Hij weet dat er iets is, hij heeft een heel naar voorgevoel. Er staat hem iets te wachten, hij is er alleen nog niet helemaal achter wat.

Als Alice doorheeft dat hij niet meer achter haar aanloopt, twijfelt ze of ze wel moet doorlopen. Ze wil niet dat hij denkt dat ze boos op hem is, dat verdient hij niet. Hij mag niet denken dat ze ruzie hebben, of dat hij iets verkeerd heeft gedaan. Ze hebben nog maar één keer ruzie gehad, en dat was zoiets kleins dat Alice niet eens weer weet waar het over ging. Ze waren een film aan het kijken op haar kamer, ze kregen ergens ruzie over en toen ging Ed boos naar huis. Ze heeft een hele middag alleen maar zitten huilen, en 's avonds kwam Ed alweer naar haar toe om te zeggen dat hij de grootste fout van zijn leven had gemaakt door ruzie met haar te maken. Het eindigde ermee dat ze de hele avond die volgde op haar bed hebben liggen zoenen. Alice glimlacht als ze eraan terugdenkt. Dat zijn de kleine dingen die ze nooit meer zal vergeten.

Alice draait zich om, een loopt een klein stukje naar Ed toe. Ze ziet het aan hem, hij weet het. Hij weet wat ze gaat zeggen. Het is een verschrikkelijk moment, Ze doet haar mond open om iets te zeggen, om hét te zeggen. 'Niet doen..' Zegt Ed. Ze zucht zachtjes en doet haar ogen dicht. Ed zet een stap naar haar toe en legt een hand op haar wang. 'Niet doen..' Zegt hij nog een keer fluisterend. Alice legt haar hand op de zijne en vlecht haar vingers om zijn vingers. Zachtjes haalt ze zijn hand van haar wang af. 'Sorry, Ed.' Zegt ze, en ze doet een stap achteruit. Een traan rolt haar wang over, maar ze doet geen moeite hem weg te vegen. Ed doet een stap naar haar toe en wil haar hand pakken, maar Alice draait zich snel om. Ze voelt aan alles dat ze naar hem toegetrokken wordt, alles in haar wil zich omdraaien en zich in zijn armen laten vallen. Maar ze mag zich nu niet laten overhalen, dit bespaard haar zoveel pijn. Hun allebei, trouwens. Maar dan bedenkt ze zich iets. Ze draait zich om naar Ed, en ze maakt haar kettinkje los. Ed heeft het ooit voor haar gemaakt, het is een schelpje in de vorm van een hart. Ze kijkt er even naar in haar hand, en geeft het dan aan Ed. 'Alice, waarom doe je dit? Ik wil je niet kwijt.' Nu rollen de tranen over haar wangen, ze kan ze gewoon niet stoppen. Ook Ed doet geen moeite ze bij hem tegen te houden. 'Ed, geloof me, dit is beter zo. Mis me alsjeblieft niet te veel. Je gaat een ander meisje heel erg gelukkig maken, ik ben gewoon niet de juiste voor je.' Zegt Alice. Dat het één grote leugen is wat ze allemaal zegt, weet Ed gelukkig niet. Hij zal merken dat ze weg is volgende week, en dan zal hij het allemaal snappen. Voor nu kan ze beter liegen.

'Alice, jij bent alles voor me! Ik kan nooit zoveel van een ander meisje houden als hoeveel ik van jou hou, geloof me alsjeblieft!' De toon in zijn stem, die verdrietige, bijna hopeloze stem, laat Alice bijna geloven dat alles goed kán komen. Bijna. 'Dat denk je, omdat je niks anders kent, Ed.' En met die woorden draait ze zich om en rent ze weg. Ze hoort Ed nog net roepen; 'Ik hou van je, Alice!' Ze verstard even, overspoelt door een intens verdrietig gevoel. Is dit wel het juiste om te doen? Ze drukt de gedachte snel weg en rent verder.

Ze zal hem nooit meer zien, en dat is het beste.

Kiss me ~ Ed SheeranWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu