Waar zijn we?

21 0 2
                                    

Ik dacht dat ik zou sterven, maar ik deed mijn ogen weer open. Ik keek verbaasd om me heen. Waar was ik? Ik lag naast het meer en daar liep Mike. "Mike!" Ik probeerde te roepen, maar het leek alsof ik geen stem meer had. Ik probeerde op te staan, maar het leek of mijn benen niet meer van mij waren. Mike draaide zich om. Ik probeerde te zwaaien, maar mijn armen reageerden niet en ik besloot om te gaan zingen. Als er toch geen geluid uit komt, heeft niemand daar last van. Ik zong en mijn stembanden deden het opeens weer. Mooie heldere tonen kwamen uit mijn keel. Mike kwam op me af lopen en fluisterde tegen mij, maar zijn stem leek uit een andere wereld te komen of waren mijn oren niet in orde net als mijn benen en armen. Het enige wat ik kon doen, was wachten totdat het weer goed zou komen. Als het goed zou komen. Uit angst begon ik harder te zingen. Mijn stem had nog nooit zo mooi gezongen en iets anders was op dit moment onmogelijk. Dus ik zong en ik zong maar. Hopend dat de angst zou weg gaan. Na een lange tijd kon ik mijn armen weer bewegen, maar toen ik probeerde te lopen, leek ik wel dronken. Maar ik kon tenminste bewegen. Er zat een langzame vooruitgang in. Langzaam begon nu ook mijn gehoor terug te keren. Oké, correctie Mike fluisterde niet. Hij schreeuwde. Ik had het kunnen weten. Mike gaat geen lieve woordjes tegen me fluisteren. Plotseling voelde ik een plop door mijn hele lijf. "Ik kan alles weer bewegen!" Schreeuwde ik verheugd. "Ssssst!" Mike keek me kwaad aan. "Wees is stil!" "In plaats van dat je een beetje blij voor me bent, ga je een beetje lopen zeuren." Zei ik beledigd, maar ik werd wel stil. Hij kwam bij me staan en vertelde me wat hij ontdekt: "de hele omgeving is veranderd. Aan het grote bospad zijn geen lantaarnpalen meer. Hoe kan dit?" Ik keek hem verbaasd aan. Hij haalde zijn schouders op en ging verder. " Aan de rand van het bos staat een bord met: U betreed Duisterland. Pas op. Het lijkt wel een soort andere wereld." Ik keek hem ongelovig aan. "Een andere wereld, Duisterland? Neem je me in de zeik ofzo?" "Nee! Kijk om je heen." Ik keek voorzichtig om me heen. Langzaam drong het tot me door. We waren ergens beland door dat vage meer. "Mike? Wat nu?" Vroeg ik hem bezorgd. "Ik hoopte eigenlijk dat jij een idee had." Hij keek me spijtig aan. Ik kon er niks aan doen, maar het enige wat in me opkwam, schreeuwde ik uit. "EMMAAAAAAAAAA!!!" Mike keek me vragend aan. "Emma heeft altijd een idee." Verdedigde ik mezelf, maar ik wist dat het onzin was."Mike!" Ik barstte in snikken uit. Ik kon het niet helpen. Ik wilde hier weg. Mike liep naar me toe. Hij nam me in zijn armen. Het enige wat ik op dat moment kon doen, was wegvluchten in de veiligheid van zijn armen.

DroomwereldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu