'Wat zie ik nou!' Roept de oude man uit.
'Verdomme!' Roept de jongeman uit. De blik van de oude man afdwalend naar de hand die vlug wordt teruggetrokken. Een andere hand probeert te bedekken wat geen vreemde hoort te zien.
Op het gezicht van de oude man staat naast schrik ook verbazing te lezen. Zijn rimpels trekken zich samen in een nadenkende frons.
'Ik kan het uitleggen!' Roept de andere jongeman uit, die de frons verkeerd interpreteert.
Haastig probeert het tweetal de her en der verspreide kledingstukken weer aan te trekken. De één een broek en haveloos uitziende blouse en de ander een prachtig geweven op maat gemaakt pak.
Het drietal kijkt elkaar aan. Dan barst de man in een schaterlachten uit.
'Wat moeten we nu?' Fluistert Bernhard naar zijn geliefde.
'Ik weet het niet!' Een paniekerig gefluister.
De man begint nog harder te lachen. De tranen stromen over zijn wangen en hij klapt in zijn handen. Zijn gezicht begint rood aan te lopen.
'Jonkheer van Teylingen en de stalknecht, wel heb ik ooit!'
'Mijnheer van Dissel,' begint de stalknecht.
'Nee niks "mijnheer van Dissel" jongeman. Nu moeten jullie eens heel goed naar mij luisteren. Kom eens naast me zitten.' De oude man kijkt plots vriendelijk en gaat op een hooibaal zitten. Bernhard weet niet meer wat hij ermee aan moet en de tranen lopen over zijn wangen.
'Ik wil niet sterven!'
'Nee dat wil niemand jongens. Kom zitten.' De man klopt op de hooibaal naast hem.
Bernhard krijgt geen lucht meer. Zijn hart lijkt te snel te kloppen en bonkt in zijn borst alsof hij er elk moment uit kan scheuren. Zijn longen branden door het zuurstofgebrek. Is dit de straf van God?
'Rustig ademen! In en weer uit. Goed zo jongen, wordt maar weer rustig. Niets aan de hand, je hebt alleen maar een paniekaanval.'
De ademhaling van Bernhard wordt weer rustiger en gelijkmatig.
'Dank u wel mijnheer van Dissel.'
'Nu moeten jullie eens goed naar mij luisteren, Bernhard en Wouter. Dan ga ik jullie een verhaal vertellen over toen ik jullie leeftijd had.'
Wouter en Bernhard kijken elkaar niet begrijpend aan. Liefdevol plukt Bernhard een stukje stro uit het haar van de andere jongen.
'Mijnheer van Dissel, als u enig verstand had zou u ons allang hebben verraden aan mijn vader,' zegt Bernhard. Wouter geeft de jonkheer een elleboogstoot die hard aankomt.
'Dat is zo, jongens, maar wie weet ben ik wel oud én seniel.' Een glimlacht verlicht het gezicht van mijnheer van Dissel.
'Toen ik jullie leeftijd had,' begon de stalmeester, 'had ik ook een geliefde. Hij heette Henri.'
JE LEEST
Bernhard van Teylingen
Historical FictionEen verhaal over het leven van Bernhard van Teylingen, om hem te leren kennen. Over leven met en sterven vanwege homoseksualiteit in de middeleeuwen. Dit is de eerste ruwe schets van het verhaal. De hoofdstukken zijn erg kort, er zit een plothole in...