Hoofdstuk 17

659 50 0
                                    

'Hij wou dat we je ouders gingen bellen om je hand te komen vragen, maar hij wilde eerst naar je toe komen om te vertellen dat hij van je houd'.

'Maar tante ik zie hem als mijn broer. Ik ben met hem opgegroeid'.

'Daarom hielden we hem tegen, maar hij zei dat hij het van jouw wilde horen. Of je van hem hield ja of nee'.

Tuurlijk hou ik van hem, maar als mijn broer. Ik hoop dat het onze vriendschap niet verpest, want ik moet het hem vertellen.

Dat ik niet van hem hou op een romantische manier.

Ik word uit mijn gedachtes gehaald als ik een zuster hoor praten tegen de vader van Wahid.

'Zijn jullie familie van Wahid? Hij mag nu bezoek ontvangen, maar wel maximaal 4 mensen'.

Zijn ouders en zijn twee zussen gaan naar binnen. Ik blijf met Farhad en Hamid wachten in de gang.

'Hoe is het op school kleine?' vraagt Hamid terwijl hij mij een blikje fanta geeft.

'Goed en hoe is het met jouw dikzak?'

'Noem je me nog steeds zo? Ik ben afgevallen. Zie je dat dan niet? Ik draag nu maat M'.

'Ja jij noemt mij ook nog steeds kleine terwijl ik langer ben dan jullie zusjes'.

'Ja in mijn ogen blijf je de kleine Ameena '.

'Ja en in mijn ogen ben je nog steeds die dikzak'.

De vader van Wahid komt naar buiten en loopt naar ons toe.

'Ameena Wahid wilt met je praten'.

'Ga maar kleine'.

Ik geef mijn blikje aan Hamid.

'Gaat alles goed?' vraag ik als ik binnen kom.

'Ja hoor' zegt tante terwijl ze mij over mijn wang aait.

Iedereen loopt naar buiten en even later zijn ik en Wahid alleen.

'Doe de deur dicht'. Ik doe wat Wahid zegt en sluit de deur zachtjes dicht.

'Wat wilde je tegen me zegen?'

Ik loop naar de stoel die naast zijn bed staat. Hij probeert recht op te zitten in zijn bed, maar de pijn houdt hem tegen.

'Blijf liggen Wahid'. Commandeer ik hem.

'Dus mijn moeder heeft je alles al verteld'.

'Wat precies?' Ik probeer te doen alsof ik van niets weet.

'Oké Ameena ik ga je het gewoon vragen, omdat het me helemaal gek maakt.

Ameena hou je van mijn?'

Ik kijk naar mijn voeten en probeer iets te zeggen, maar de woorden blijven in mijn keel vast zitten. Het lijkt als of ze niet naar buiten willen komen.

'Ameena ik vroeg je wat'.

Ik kijk op en kijk in zijn donker bruine ogen.

'Ja tuurlijk hou ik van jou, maar niet op een romantische manier. Je bent als een broer voor mij'.

Wahid zucht heel diep. Hij kijkt hopeloos naar het plafond.

'Ik heb toch niet onze vriendschap verpest Ameena?'

'Ik weet het niet hoor. Ik denk dat je het goed moet maken'. zeg ik met een gemene lach op mijn gezicht.

'Ow dat is makkelijk. Ik vraag mijn moeder of ze eten wilt maken en breng het daarna naar je toe'.

'Nee dit keer ga je zelf koken en ik zal pas tevreden zijn als het ook echt lekker is'.

Wahid geeft me een glimlach.

'Shekambo (vreetzak). 'Je noemt mij dikzak, maar het enige waar aan je denkt is eten'. Hamid kijkt me plagend aan.

In de ingang van de deur staat iedereen ,behalve zijn ouders.

'Ja dat heb ik nou eenmaal van jouw geleerd' zeg ik plagend tegen Hamid.

'Maar ik snap het niet. Je bent niet eens zo dik , maar je eet zo veel'.

Ik haal mijn schouders op. Iedereen in de kamer begint te lachen.

*

* *
* De wekker gaat*

'Bismillah' Ik sta op en doe mijn gewoonlijke routine.

Wanneer ik uit de badkamer stap zit mijn zusje voor de deur.

'Dunya wat doe jij hier?'

'Ik heb goed nieuws daarom'.

'En wat is dat dan?'vraag ik terwijl ik over haar heen stap.

'Iemand belde gister avond en ze gaan vandaag komen om je hand te vragen'.

'WAT!!!! en wie is dat dan?'

'Zeg ik lekker niet'.

***

As salam alaykum

Sorry voor een korte hoofdstuk, maar ik wist niet meer wat ik moest schrijven. (Foto van Wahid in het begin) Vergeet niet om een ster en je mening te geven. Het betekent veel voor mij.

Salam

Minna

StrijderWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu