SMS

124 5 2
                                    

3 maanden eerder, Juli

Er zijn van die momenten in het leven waarop alles stilstaat. De aarde aarzelt , de lucht bevriest en de tijd stopt en ineen krimpt tot het allemaal instort op één grote , vermoeide hoop. Geen mensen die praten , geen auto's die rijden , niets. Gewoon niets en dat valt niemand te verwijten.

Langzaam open ik mijn ogen. Ik kijk om me heen en lig in een uitgestrekte groene weide. Helemaal leeg , het is enkel bezaaid met gras en bloemen. Prachtige , paarse korenbloemen.
Ik sta op en veeg de groene plekken van mijn broek. Zo te zien lag ik hier al een tijdje. Zachtjes laat ik mijn handen over de bloemblaadjes glijden en geniet van het gevoel van de zachte stof over mijn vingers. Ik laat ze weer los en kijk omhoog.

Overal fladderende vogels , wel duizenden soorten. Maar vooral kraaien. Een enorme zwerm kraaien. Cirkelend over de vlakte , terwijl de wind op hun zwarte lijven beukt. Onoverwinnelijk als een soort goden van de lucht. Ze lijken zich niets van mij aan te trekken. Ze vliegen op nog geen 2 meter boven mij , maar toch hoor ik niets. Het is alsof elke vorm van geluid is afgesloten. Enkel en alleen voor mij en dat voelt.. Speciaal..

Ik sluit mijn ogen weer en adem zacht in en uit, snuif de geur van de bloemen op. Het prikkelt mijn neus en al snel verwarmt het mijn hele lichaam. Zo blijf ik een tijdje staan tot wanneer ik een zachte zucht wind voel tegen mijn slapen. Ik trek mijn sjaal wat verder over mijn gezicht en ik voel mijn wangen al terug opwarmen. Maar de wind komt terug en geërgerd stap ik blindelings wat verder weg, met beide ogen gesloten en vertrouwend op de resterende zintuigen baan ik me een weg doorheen het veld.
Mijn voeten verplaatsten zich met een zweverig zacht toontje op het gras. Nog steeds genietend van alles van het niets om me heen. Niets en toch alles , alles tegelijk. Tot wanneer ik mijn benen de grond in voel zakken en blijf vallen in de diepe duisternis.

Mijn benen strekken zich meteen uit en mijn hoofd perst zich tussen mijn schouders. Ik dwing mezelf om mijn ogen te blijven sluiten. Enkel een droom... dit is enkel en alleen een droom. Het angstzweet verzamelt zich op mijn rug en ik voel de lucht in mijn longen samenpersen. En net dan , net wanneer ik denk dat ik waarschijnlijk elk moment zou gaan kunnen sterven voel ik de grond onder mijn voeten als een gigantisch statief en mijn hele lichaam stort neer op de grond.

Mijn handen klampen zich vrijwel meteen vast aan een stuk steen dat redelijk sterk lijkt vast te zitten in de aarde. Vreemd genoeg doen mijn benen helemaal niet zo veel pijn en ik hijs mezelf vrijwel meteen op aan de steen. Ik ga zitten en overtuig mezelf dat het oké is om mijn ogen even te openen. Toch twijfel ik nog even want opeens valt me iets verschrikkelijks binnen. Wat als mijn benen er gewoon afgerukt zijn en ik in een te grote shock ben om de pijn te voelen? Wat dan? Wat als ik nooit meer zou kunnen lopen? Is het dan niet beter om die ogen voor eeuwig gesloten te houden? Ze zeggen wel eens dat je sommige van de mooiste dingen van het leven niet kan zien, daarom doe je je ogen dicht wanneer je zoent , huilt of lacht.

Maar dat is nu totaal niet van toepassing, dus ik zucht en nog voor ik die bewuste oogleden open laat ik mijn handen mijn lichaam volgen. Wanneer ze aan mijn onderbuik komen laat ik ze even stil hangen. Ik slik en raap al mijn moed bijeen. Met opeengeklemde tanden laat ik mijn handen verder gaan. Mijn vingers tintelen bij de kreukels in mijn jeansbroek en volgen de kleine rimpels die de stof maakt , mijn stress neemt toe naarmate ik verder ga en...
"Uhum" hoor ik opeens naast me en van schrik open ik meteen mijn ogen en kijk in de donkerste pupillen die ik ooit gezien heb. Ik herken het stel... Vaag... Als een oude vakantieliefde waarvan je de naam nog maar amper weet , of als een soort dier dat je vroeger in de dierentuin hebt gezien maar niet genoeg tijd had om ook werkelijk het bordje erbij te lezen. Maar nog voor ik kan besluiten van waar ik het stel kijkers ken voel ik opeens de verschrikkelijke pijn in mijn benen en schreeuw het uit.

"AAAAAAH !!!!" Krijsend knalde ik met mijn hoofd tegen de harde houten plaat. Terug in mijn stapelbed. Onderste bed. Knal tegen bovenste bed. Wrijvend met mijn rechterhand over de opkomende buil dacht ik na over de afgelopen gebeurtenissen. Ik had deze droom al 4 keer meegemaakt. Maar elke keer was hij anders. Elke keer was er één iets anders. Een klein detail , een soort fractie van een seconde die verschilde. Maar ik kon nog niet uitmaken welke dat juist was. De oorsprong van die dromen bleef ook een raadsel , voor de hand liggend waren ze vast van die horror-marathon van afgelopen week die ik samen met JL had gehouden.

We hadden toen 2 nachten na elkaar niet geslapen en continu met wijd opengetrokken monden naar afgehakte armen en schizofrene freaks zitten kijken. Geloof me , dan zijn deze dromen nog het minst erge dat je kan overkomen na zo'n marathon. Ik was al blij dat ik überhaupt SLIEP.

Steeds vroeg ik me af wat de dromen op zich konden betekenen. Maar zelfs al had ik iets gevonden , het bleven niet meer dan mogelijkheden. Theorieën. Veronderstellingen. Misschien. Hoofdschuddend wuifde ik de gedachten weg en stond recht, liet de koele stof van het laken over mijn armen vallen. Ik bekeek mezelf in de spiegel. Mijn haar piekte alle kanten uit en mijn gezicht vertoonde op meer dan duizend verschillende manieren tekenen van vermoeidheid.
Als men mij zo op een ochtend in mijn bed zou vinden vreesde ik dat men eerder de lijkschouwer dan de ambulance zou bellen. Ik zag eruit als een wrak. Mijn trillende vingers en wimpers waren het enige teken van leven dat nog te spotten viel. Ik wreef nog eens in mijn ogen maar ik bleef er even lelijk uitzien.

Zuchtend nam ik een handdoek en shampoo en nam een douche. Ik genoot van het zachte water dat over mijn lichaam stroomde en de slechte gedachten mee wegspoelde. Terug naar dat niets. Dat niets dat zo heerlijk aanvoelde maar soms zo onbegrijpelijk kon zijn. Verschrikkelijk en verleidelijk tegelijkertijd...

Toen ik klaar was nam ik een simpele jeans en een zwarte polo. Vakantie stond gelijk aan relaxen en dat kon enkel in comfortabele kleren , vond ik altijd. Dus ik nam een boek en zette me op het terras. Mam was toch een weekendje weg dus even totaal geen zorgen. Tot mijn telefoon piepte. Snel nam ik hem erbij en zag een nieuw bericht van Lizzy : "Kom snel, oplossing gevonden voor ons probleem!!".
Zuchtend legde ik het apparaat weer neer. Lizzy had me de afgelopen maand al zo'n honderd keer zo'n dergelijke berichten gestuurd. Rot toch op, met je oplossing, ik zoek zelf wel een appartement. Maar dan dacht ik hoe moeilijk het was om haar ergens van over te overtuigen. En ze zou het zonder enige twijfel ook veel leuker vinden als zij het zelf had gevonden , gaf haar wat trots. Trots dat het haar ontdekking was , en dat het huis dus eigenlijk ook van haar was , maar dat zei ze er nooit bij.

Slim van haar. Starend naar het boek maakte ik mijn beslissing en antwoordde vlug met : "Kom zo , even nog boodschappen doen".
Dat gaf me wat tijd , tijd om de dingen nog even op een rijtje te zetten voor ik me in de storm van non-stop commentaar van Lizzy zou werpen.

Jezus , dit werd weer een lange dag...

AN

ZO , weer een hoofdstukje af :) x laat me weten wat je ervan vindt in de comments en ik beloof om zo snel mogelijk te updaten ;) x (En als je het echt leuk vindt : dat kleine sterretje daar smeekt gewoon om aandacht ;) xx see you next time !

OngeWILDWhere stories live. Discover now